De financieel directeur van de gemeente staat in volle onafhankelijkheid in voor het debiteurenbeheer, inclusief de invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten.
In de praktijk zijn er weinig problemen bij de invordering van retributies. De retributie wordt onmiddellijk bij of naar aanleiding van de dienst of de prestatie betaald of, als dat niet mogelijk is, gebeurt de invordering via een factuur of betaalverzoek.
Indien de retributie niet tijdig wordt betaald, wordt een aanmaning tot betaling verstuurd. Hierin wordt de vordering opeisbaar gemaakt met een uiterste betalingsdatum. Een aangetekende betalingsaanmaning is vereist vooraleer de schuld gedwongen kan worden ingevorderd (dwangbevel).
De procedure die voorafgaat aan het betekenen van het dwangbevel, door de deurwaarder, brengt een aantal administratieve kosten mee. Deze inningskosten behoren eigenlijk tot de algemene werking van de gemeente en moeten in de mate van het mogelijke gedekt worden met algemene middelen.
Dit heeft tot gevolg dat “de belastingbetaler” mee instaat voor de extra kosten die veroorzaakt worden door nalatige, onwillige betalers van retributies. Het gemeentebestuur vindt het billijk om deze extra kosten aan te rekenen aan de schuldenaar.
Ook GAS-boetes worden beschouwd als niet-fiscale ontvangsten wat maakt dat zij ook onder de toepassing van dit retributiereglement vallen.
Naast de retributies zijn er ook kohier- en contantbelastingen. De kohierbelastingen worden opgenomen in een kohier en worden ingevorderd volgens de bepalingen van het Invorderingsdecreet. De contantbelastingen worden zonder uitstel geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Als de contantbelasting niet zonder uitstel geïnd kan worden, wordt ze ingekohierd en volgt ze dezelfde procedure als voor een kohierbelasting. Ook hier wordt de gemeente geconfronteerd met nalatige en/of onwillige betalers van belastingen en is het billijk om deze extra kosten aan te rekenen aan de schuldenaar.
De invordering van eigen lokale belastingen zijn geregeld in het Decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen (Invorderingsdecreet).
Om de inningskosten van zowel fiscale en niet-fiscale ontvangsten te kunnen verhalen is een rechtsgrond nodig: een retributiereglement dat duidelijk maakt welke administratieve kost wordt doorgerekend aan de schuldenaar.
De Grondwet, meer bepaald artikelen 41, 162 en 170, § 4;
Het Decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 § 3 en artikel 41,14° betreffende de bevoegdheid van de gemeenteraad om retributiereglementen te wijzigen, vast te stellen en goed te keuren;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 56, § 3, 7°, betreffende de bevoegdheid van het college om beslissingen te nemen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan het college van burgemeester en schepenen voorbehoudt;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 177 betreffende het debiteurenbeheer inzake de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287, 288, betreffende bekendmaking en de inwerkingtreding van het retributiereglement;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, betreffende het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de retributiereglementen;
Boek XIX van het Wetboek Economisch Recht;
Het dienstreglement werking bibliotheek binnen het regionaal samenwerkingsverband Biblio Waas vastgesteld door de gemeenteraad van 24 oktober 2025;
Het retributiereglement en de invorderingsprocedure niet-fiscale ontvangsten goedgekeurd door de gemeenteraad Kruibeke van 9 maart 2020.
De retributie vanaf de aangetekende aanmaning wordt vastgesteld op een vast bedrag voor administratiekosten ten bedrage van € 15,00.
De contantbelastingen worden zonder uitstel geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Als de contantbelasting niet zonder uitstel geïnd kan worden, wordt ze ingekohierd en volgt ze de regels voor een kohierbelasting die worden geïnd aan de hand van een aanslagbiljet.
De inningsprocedure voor kohierbelastingen verloopt als volgt:
1. in toepassing van artikel 4 § 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen moet de betaling van de belasting gebeuren binnen een termijn van twee maanden na de kosteloze verzending van het aanslagbiljet;
2. na het verstrijken hiervan ontvangt de belastingschuldige een kosteloze aanmaning met een nieuwe betalingstermijn van 14 dagen;
3. na het verstrijken hiervan ontvangt de belastingschuldige een aangetekende laatste aanmaning verhoogd met administratiekosten (conform artikel 2) met een nieuwe betalingstermijn van 14 dagen;
4. na het verstrijken hiervan kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen. Dit dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot.
De inningsprocedure voor alle niet-fiscale ontvangsten, met uitzondering van GAS-boetes, verloopt als volgt:
1. de betalingstermijn voor niet-fiscale ontvangsten wordt bepaald op 30 dagen;
2. na het verstrijken hiervan ontvangt de debiteur een kosteloze aanmaning met een nieuwe betalingstermijn van 14 dagen;
3. na het verstrijken hiervan ontvangt de debiteur een tweede kosteloze aanmaning met een nieuwe betalingstermijn van 14 dagen;
4. na het verstrijken hiervan ontvangt de debiteur een laatste aangetekende aanmaning, verhoogd met administratiekosten (conform artikel 2) met een nieuwe betalingstermijn van 8 dagen;
5. na het verstrijken hiervan kan de financieel directeur voor onbetwiste en opeisbare niet-fiscale vorderingen een dwangbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen. Dit dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot.
De inningsprocedure voor GAS-boetes verloopt als volgt:
1. de betalingstermijn voor GAS-boetes wordt bepaald op 30 dagen;
2. na het verstrijken hiervan ontvangt de debiteur een kosteloze aanmaning met een nieuwe betalingstermijn van 14 dagen;
3. na het verstrijken hiervan ontvangt de debiteur een laatste aangetekende aanmaning, verhoogd met administratieve administratiekosten (conform artikel 3), met een nieuwe betalingstermijn van 8 dagen;
4. na het verstrijken hiervan kan de financieel directeur voor onbetwiste en opeisbare GAS-boetes een dwangbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen. Dit dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot.
Bij gedeeltelijke betaling zullen eerst de volgens dit retributiereglement aangerekende administratiekosten worden aangezuiverd en vervolgens de fiscale of niet-fiscale ontvangsten in hoofdsom.
Dit retributiereglement is niet van toepassing op de aanmaningen en invorderingen voor de retributies uitgaande van de gemeentelijke openbare bibliotheek. Dit wordt geregeld door het dienstreglement werking bibliotheek binnen het regionaal samenwerkingsverband Biblio Waas vastgesteld door de gemeenteraad van 24 oktober 2025.
De betaling van betwiste niet-fiscale vorderingen, eventueel verhoogd met de invorderingskosten, zal afgedwongen worden via burgerlijke rechtspleging.
Het retributiereglement en de invorderingsprocedure niet-fiscale ontvangsten goedgekeurd door de gemeenteraad Kruibeke van 9 maart 2020 wordt met ingang van 1 januari 2026 opgeheven.
In afwijking van artikel 288, 1e lid van het Decreet over het Lokaal Bestuur, treedt dit reglement in werking op 1 januari 2026.
Dit reglement wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van artikelen 286, §1, 1° en 287 van het Decreet Lokaal bestuur.
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur, brengt de gemeente de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van dit reglement.