Terug
Gepubliceerd op 09/12/2025

2026_GR_00023 - Subsidiereglement sociaal-culturele verenigingen - Vaststelling

Gemeenteraad
wo 17/12/2025 - 19:30 Raadzaal
2026_GR_00023 - Subsidiereglement sociaal-culturele verenigingen - Vaststelling 2026_GR_00023 - Subsidiereglement sociaal-culturele verenigingen - Vaststelling

Motivering

Inhoudelijke toelichting

Om meer mensen te verbinden met elkaar en met hun omgeving ondersteunt de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht het verenigingsleven. De gemeente doet dit onder andere door het toekennen van een subsidie aan de erkende plaatselijke sociaal-culturele verenigingen.

Dit reglement is enkel van toepassing voor erkende sociaal-culturele verenigingen die een activiteit ontwikkelen op volgende gebieden:

  • Kunst en cultuur
  • Sociaal-cultureel volwassenenwerk
  • Beoefening van amateurkunsten door volwassenen, eventueel aangevuld met een jongerenwerking
  • Niet-formele educatie
  • Ontmoeting en verbinding

De subsidie wordt berekend via een puntensysteem. De vereniging kan kiezen voor een basissubsidie met een vast aantal punten of voor een werkingssubsidie waarbij punten verdiend worden op basis van de werking en activiteiten van de vereniging. De toekenning van de punten gebeurt via enkele criteria:

  • Samenkomst en ontmoeting
  • Expertise en kennis
  • Creatie en toonmoment
  • Samenwerkingen.

Op basis van het aantal punten wordt het subsidiebedrag berekend. Een punt heeft geen vaste waarde. De waarde van een punt wordt berekend op basis van het totaal aantal punten binnen de goedgekeurde dossiers in verhouding met het budget dat hiervoor is ingeschreven.

Bij het aanvragen van een werkingssubsidie worden naam, voornaam en mailadres van de aanvrager opgevraagd. Van de vereniging wordt het adres, ondernemingsnummer en bankrekeningnummer opgevraagd.  De opgevraagde gegevens worden in functie van de uitvoering van dit reglement opgevraagd en verwerkt conform de GDPR-regelgeving.

Het nieuwe reglement streeft naar een gelijkschakeling van de manier waarop de sociaal-culturele verenigingen in de nieuwe fusiegemeente gesubsidieerd worden.

Juridische grond

Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 § 3 en artikel 41, 23° inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad om subsidiereglementen vast te stellen, te wijzigen en goed te keuren;

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287, 288, inzake de bekendmaking en de inwerkingtreding van reglementen;

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de reglementen;  

Het reglement Gemeentelijke cultuurraad – Nieuw reglement toekenning projectsubsidies van gemeente Kruibeke van 21 december 2015;

Het toelagereglement plaatselijk sociaal-cultureel werk van gemeente Zwijndrecht van 30 november 2023;

Het reglement voor de erkenning en de subsidiëring van sociaal-culturele verenigingen  van gemeente Beveren van 26 oktober 2004.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2026 en dit voor onbepaalde duur wordt een subsidie gegeven aan de sociaal-culturele verenigingen. 

Artikel 2

Enkel een erkende sociaal-culturele vereniging komt in aanmerking voor de Subsidie voor sociaal-culturele verenigingen. 

Artikel 3

Om door het college van burgemeester en schepenen erkend te worden en te blijven, moet de vereniging aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • De vereniging draagt door haar werking bij tot het welzijn van de inwoners van de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht en streeft een doel na dat gericht is op het bieden van vormingsmogelijkheden ten behoeve van de veelzijdige persoonsontwikkeling van volwassenen;

  • De vereniging organiseert activiteiten die gericht zijn op de beoefening van sociaal-cultureel werk en/of kunstbeoefening, waarbij men aan de beoefenaars een kans geeft hun creatieve vermogens aan te wenden tot grotere menselijke en maatschappelijke ontplooiing. Dit kan gebeuren door de niet-beroepsmatige beoefening in organisatorisch verband van alle expressievormen die behoren tot de gangbare kunstdisciplines, waaronder muziek, toneel & woord, beeld en dans. Deze organisaties worden geleid door volwassenen;

  • De vereniging organiseert activiteiten die gericht zijn op de sociaal- culturele vrijetijdsbesteding (en de beoefening van liefhebberijen) en kan bewijs voorleggen dat ze de opgegeven activiteiten heeft uitgeoefend;

  • De vereniging creëert en/of neemt deel aan ontmoetingsmomenten;

  • De vereniging is opgericht door het privé-initiatief, zonder beroepsdoeleinden, winst- of handelsoogmerken;

  • De vereniging bestaat uit minstens 3 (bestuurs)leden, is minimaal al 1 jaar actief en kan dit aantonen;

  • De vereniging kan het bewijs leveren dat zij een plaatselijke vereniging is. De aard van de activiteiten richt zich vooral op de plaatselijke bevolking en/of minstens de helft van de activiteiten en de werking vinden plaats op grondgebied van gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht;

  • De vereniging staat open voor alle inwoners van de gemeente, rekening houdend met de doelstellingen en eigenheid van de organisatie;

  • De vereniging oefent haar activiteiten uit in de taal van de Vlaamse Gemeenschap, het Nederlands;

  • De vereniging bezit een eigen jaarrekening en treedt als zelfstandige, onafhankelijke vereniging naar buiten.

Artikel 4

De vereniging kan een verscheidenheid van activiteiten ontwikkelen die in meerdere sectoren (sport, jeugd, cultuur) kunnen ondergebracht worden. Het college van burgemeester en schepenen zal, na advies hieromtrent vanwege de desbetreffende raden en commissies te hebben ingewonnen, deze vereniging onderbrengen in de voor haar aangewezen sector. 

Artikel 5

Om erkend te worden dient de vereniging een schriftelijke erkenningsaanvraag in, gericht aan het college van burgemeester en schepenen. De subsidiëring wordt toegekend op basis van de ingeleverde bewijsstukken vanaf het moment van de erkenning.

    De aanvraag tot erkenning bevat volgende documenten:

    • Een kopie van de statuten of een kopie van het grondreglement of een kopie van de notulen van de stichtingsvergadering of een ander bewijsmiddel van ontstaan.
    • Een omschrijving van het doel van de vereniging.
    • De samenstelling van het bestuur, met vermelding van de naam, voornaam, adres en de functie van de bestuursleden.
    • Een (verkorte) versie van de ledenlijst met minimaal vermelding van het aantal leden en hun respectievelijke postcodes.
    • Een verslag, samen met de nodige bewijsstukken, over de activiteiten gerealiseerd tijdens het vorige kalenderjaar.

    Deze informatie wordt vertrouwelijk en volgens de geldende regelgeving betreffende de bescherming van de private levenssfeer behandeld.

    Artikel 6

    Het college van burgemeester en schepenen wint, alvorens een beslissing te nemen over de erkenning, het advies in van de Cultuurraad.

    Artikel 7

    Verenigingen die niet meer voldoen aan de voorwaarden van dit reglement of die gedurende twee opeenvolgende jaren geen activiteiten meer hebben ontwikkeld, verliezen hun erkenning.

    Artikel 8

    Verenigingen die hun kernactiviteiten tijdelijk niet uitoefenen, maar niet ontbinden en een bewijs van minimale werking kunnen voorleggen, behouden hun erkenning.

    Artikel 9

    Hafabraverenigingen (harmonieën, fanfares en brassbands) worden betoelaagd via het reglement Subsidiereglement muziekverenigingen en zijn dus uitgesloten van dit reglement.

    Artikel 10

    De subsidie bestaat uit:

    • Een basissubsidie: eenzelfde bedrag voor alle in aanmerking komende verenigingen. Dit bedrag wordt vastgesteld op de waarde van 300 punten per vereniging en per werkjaar.

    OF

    • Een werkingssubsidie: berekend op basis van het aantal toegekende punten. Ieder punt heeft een waarde die kan schommelen naargelang het totaal aantal toegekende punten en het beschikbare budget. Indien een vereniging hiervoor kiest, ‘vervalt’ de bassisubsidie en worden enkel de daadwerkelijke activiteiten betoelaagd. De minimum subsidie blijft echter steeds het equivalent van 300 punten. 

    Artikel 11

    Verenigingen die opteren voor de basissubsidie moeten geen gedetailleerd overzicht indienen van hun activiteiten. Een beknopt overzicht met vermelding van minimaal 3 activiteiten volstaat.

    Artikel 12

    Bij verenigingen die opteren voor de werkingssubsidies bepaalt de aard van de activiteit hoeveel punten worden toegekend. Hierbij worden 3 principes gehanteerd:

    • De basis van elke vereniging draait rond ontmoeting, van welke aard ook. Dit is de essentie van het verenigingsleven.
    • Opbouw van expertise, onder welke vorm ook, die bijdraagt tot het verwerven van extra kennis en vaardigheden.
    • Creatie: het beleven en/of tonen van de resultaten van een creatief proces, in welke vorm dan ook.

    Artikel 13

    De waarde van een punt wordt als volgt berekend:

      Puntenwaarde =                            beschikbare budget
                                             totaal aantal punten goedgekeurde dossiers

      De werkingssubsidie van een vereniging is dan gelijk aan de puntenwaarde vermenigvuldigd met het aantal punten van de vereniging.

      De minimale waarde van een punt kan nooit lager liggen dan 0,239 euro.

      Artikel 14

      Het toekennen van de punten voor de berekening van de werkingssubsidie gebeurt als volgt:

      Samenkomst en ontmoeting

      A. Laagdrempelige ontmoeting met als hoofddoel vrijetijdsbesteding (niet- limitatief: wandelen, fietstochtjes, kaartnamiddagen, knutselnamiddagen, deelname aan quiz andere vereniging, algemene ledenvergaderingen, ruilbeurzen, schaken, bezoeken aan film-, muziek- of theatervoorstellingen…) (vast terugkerende activiteiten worden enkelvoudig én op jaarbasis per activiteit doorgegeven). 

      20 

      B. Uitstappen en georganiseerde reizen van algemeen socio-culturele aard, met een minimum van 10 deelnemers (bezoek museum, tentoonstelling, parken, al dan niet met gids…. Te staven met attesten gids of andere bewijsstukken

      Meerdaagse reizen: enkel de eerste 5 dagen komen in aanmerking voor tegemoetkoming)

      100

      C. Feesten en grotere samenkomsten (relatief t.o.v. het ledenaantal van de vereniging) zoals kerst/nieuwjaarsfeest, moederdagfeest, paasbrunch, ... met een maximum van 5/jaar  

      50      

       

      Expertise en kennis

      A. Organiseren van voordrachten en lezingen, filmavonden, quiz,… door de eigen vereniging ingericht, voor het brede publiek                    

      100

      B. Volgen van een cursus of lessenreeks van erkende organisaties, per deelnemer per lessenreeks 

      50

      C. Organisatie van een lessenreeks met informatieve, educatieve of artistieke 

      bedoeling, per bijeenkomst, gegeven en/of begeleid    door eigen leden                                                                                                                     

      50

       

       

      D. Organisatie van een lessenreeks met informatieve, educatieve of artistieke 

      bedoeling, gegeven door een externe lesgever, per bijeenkomst.

      100

      E. Organiseren van repetities en werksessies voor alle kunsten beoefenende verenigingen (beeldend, theater, koor…), (op jaarbasis door te geven, met een maximum van 100 repetities per jaar)  

      20 


      Creatie en toonmoment 

      A. Manifestaties van algemeen sociaal-culturele en culturele aard. Voorstellingen en concerten, inrichten van wedstrijden en tornooien, presentatie van beeldmateriaal van eigen makelij (zelf gemaakte film of presentatie), bestemd voor een groot publiek, ingericht in de eigen gemeente. Indien de aard van de activiteit noodzakelijkerwijze een verplaatsing met zich meebrengt en als dusdanig is opgenomen in dit artikel, wordt dit beschouwd als een activiteit op eigen grondgebied. Per opvoering

      200 

      B. Opvoeringen, voorstellingen, concerten in eigen gemeente met uitgenodigd gezelschap, gastmusici,… (aan te tonen met een kopie van het contract)

      200 

      C. Organiseren van een tentoonstelling: voor de eerste dag van een tentoonstelling (bv: schilderijen, sierraden, tekeningen, keramiek,…), bestemd voor een groot publiek, ingericht in de eigen gemeente  

      200 

          Voor elke daaropvolgende dag, met een maximum van 6 dagen volgend op de openingsdag

      50 

      D. Wedstrijden, manifestaties van algemeen sociaal-culturele en culturele aard bestemd voor een groot publiek (theatervoorstellingen, concerten, tentoonstellingen, presentatie van beeldmateriaal van eigen makelij) buiten de gemeente, of als onderdeel van een activiteit ingericht en georganiseerd door een andere vereniging of instantie (CC, OC, adviesraad,…), ongeacht het aantal opvoeringen of voorstellingen.

      Opluisteren van erediensten, met een max. van 5/jaar

      100

      E. Publicaties

      • Tijdschrift en/of jaarboek waaruit blijkt dat de publicatie ervan het hoofddoel is van de vereniging. Per nummer
      • Uitgebreide catalogus van zelf georganiseerde tentoonstelling
      • Berichtenblad, nieuwsbrief of ander periodiek met algemene informatie en berichtgeving over de eigen werking, digitaal of in print. Per nummer
      • Website 

       

      200
      200
      20
      200

                      

      Samenwerkingen en extra subsidies 

      A. 2 of meerdere erkende verenigingen organiseren in samenwerking 

      een activiteit van welke aard dan ook.  Wanneer een vereniging meewerkt aan een activiteit van het gemeentebestuur op verzoek van de gemeente                                                                                                                                                

      +25% op de punten van de 

      activiteit 

      B. Verenigingen die zich geëngageerd hebben om mee te participeren aan de UiTPAS en hiervoor een overeenkomst met de gemeente hebben ondertekend.

      250 

      C. Voor een verzusteringsactiviteit en /of culturele uitwisseling met een vereniging uit één van onze zustergemeenten, worden de punten van de activiteit verdubbeld. 

      200% 

       

      Artikel 15

      Indien op één dag twee of meer deelactiviteiten georganiseerd worden die één geheel vormen, wordt enkel de prestatie met de hoogste quotering in aanmerking genomen. Deze deelactiviteiten dienen dan ook duidelijk als één geheel te worden aangegeven.

      Artikel 16

      Een activiteit kan vanuit de gemeente maar één keer financieel ondersteund worden. Elke activiteit die via een ander reglement geniet van een gemeentelijke toelage, bijvoorbeeld vanuit de feestcomités, kan niet meer worden ingebracht binnen de werkingssubsidies. Een vereniging kiest zelf bij welk subsidiereglement zij deze activiteit inbrengt. 

      Artikel 17

      De gesubsidieerde engageert zich om het belang van het gebruik van het Nederlands te erkennen bij het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten.

      Artikel 18

      Een werkgroep van de cultuurraad voert in samenwerking met de cultuurdienst de controle uit op de ingediende activiteiten.

      Artikel 19

      De subsidies worden toegekend per kalenderjaar en worden berekend op basis van de gegevens en activiteiten van het kalenderjaar voorafgaand aan dat waarin de subsidie wordt toegekend.

      Artikel 20

      Een vereniging die enkel een beroep wil doen op de basissubsidie bezorgt vóór 31 januari van het kalenderjaar waarin de subsidie wordt toegekend het inlichtingenblad aan de administratie. Hierop staan naast de contactgegevens eveneens minimaal 3 activiteiten vermeld die de vereniging het afgelopen kalenderjaar heeft georganiseerd.

        Indien een activiteit niet aanvaard wordt, krijgt de vereniging tot 15 mei de tijd om deze te verantwoorden.

        Een vereniging die geen inlichtingenblad indient, verliest het recht op de basistoelage.

        Het college van burgemeester en schepenen keurt de toegekende basissubsidies vóór 1 juli van het kalenderjaar waarin de subsidie wordt toegekend goed.

        Het subsidiebedrag wordt uiterlijk op 15 augustus aan de verenigingen overgemaakt door middel van overschrijving.

        Artikel 21

        Een vereniging die een beroep wil doen op de werkingssubsidie dient gebruik te maken van een online formulier waarop zij datum, naam activiteit, het soort activiteit en een korte omschrijving invult. Op basis van de gegevens wordt onmiddellijk meegegeven welke punten aan elke activiteit worden toegekend. Alle activiteiten dienen ingediend te zijn uiterlijk op 31 januari van het kalenderjaar volgend op het dienstjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. 

          Uiterlijk op 31 maart ontvangt de vereniging een algemeen overzicht van de behaalde punten. De vereniging heeft tijd tot 30 april om eventuele hiaten kenbaar te maken aan de administratie en/of door de administratie opgevraagde bewijsstukken in te dienen.

          Bij betwisting van de behaalde punten kan een vereniging eveneens  tot 30 april een schriftelijk en gemotiveerd bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Na deze datum kan niets meer worden toegevoegd. Het college neemt hierin een beslissing waartegen geen beroep meer mogelijk is.

          Artikel 22

          De activiteitenverslagen van de verenigingen die kiezen voor een werkingssubsidie worden jaarlijks na 30 april van het dienstjaar waarin de subsidie wordt toegekend door de vereniging ter beschikking en beoordeling overgemaakt aan de gemeentelijke cultuurraad. Uiterlijk 31 mei van het dienstjaar waarin de subsidie wordt toegekend, dient de cultuurraad zijn adviezen aan het college van burgemeester en schepenen over te maken. 

          Artikel 23

          Het college van burgemeester en schepenen zal het definitief resultaat van de puntenberekening met het bijhorende subsidiebedrag aan de plaatselijke verenigingen meedelen vóór 30 juni van het kalenderjaar, waarin de subsidie wordt toegekend.

          Artikel 24

          Het subsidiebedrag wordt uiterlijk op 15 augustus aan de verenigingen overgemaakt door middel van overschrijving.

          Artikel 25

          De administratie kan steekproeven nemen om bewijslast op te vragen om na te gaan of aangegeven activiteiten ingediend voor de werkingssubsidie ook daadwerkelijk plaats hebben gevonden. 

          Artikel 26

          Elke vereniging is verplicht, indien gevraagd door het college van burgemeester en schepenen, verantwoording af te leggen over de aanwending van de toegekende subsidie. Aan de door het college van burgemeester en schepenen aan te wijzen ambtenaren dienen alle documenten te worden getoond en alle inlichtingen te worden verstrekt die zij noodzakelijk achten voor de vervulling van hun opdracht. Deze ambtenaren zijn gebonden door discretieplicht.

          Artikel 27

          Indien blijkt dat de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd door een vereniging, kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidies terugvorderen van de betrokken vereniging, en de erkenning ervan intrekken voor minstens één jaar.

          Artikel 28

          Indien blijkt dat activiteiten niet correct werden meegedeeld, kan het college van burgemeester en schepenen na het advies te hebben ingewonnen van de Cultuurraad, de betreffende vereniging sanctioneren.

          Deze sancties zijn de volgende:

          • Bij een eerste ingebrekestelling wordt het voorziene puntenaantal voor de betreffende manifestatie afgetrokken i.p.v. bijgeteld.
          • Bij een tweede ingebrekestelling wordt de vereniging, boven op de eerste sanctie, 3 werkingsmaanden geschorst voor betoelaging. Dit vanaf de datum van de ingebrekestelling.
          • Bij een derde ingebrekestelling wordt de vereniging bovendien voor een jaar geschorst voor betoelaging en dit vanaf de datum van de ingebrekestelling.

          De voorzitter van de vereniging tegen wie dergelijke maatregelen worden overwogen, wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Hij/zij heeft het recht binnen 14 dagen een bezwaar in te dienen, waarna het college van burgemeester en schepenen beslist.

          Artikel 29

          Alle betwistingen omtrent de toepassing van dit reglement en eventuele misbruiken worden door het college van burgemeester en schepenen beslecht.

          Artikel 30

          Volgende reglementen worden opgeheven met ingang van 1 januari 2026:

            Het reglement Gemeentelijke cultuurraad – Nieuw reglement toekenning projectsubsidies van gemeente Kruibeke van 21 december 2015.

            Het reglement Toelagereglement plaatselijk sociaal-cultureel werk van gemeente Zwijndrecht van 30 november 2023.

            Het reglement Reglement voor de erkenning en de subsidiëring van sociaal-culturele verenigingen van gemeente Beveren van 26 oktober 2004. 

            Artikel 31

            Dit reglement wordt in juni 2027 geëvalueerd.

            Artikel 32

            Dit reglement wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van artikelen 286, §1, 1° en 287 van het Decreet Lokaal bestuur.

            Artikel 33

            Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur, brengt de gemeente de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van dit reglement.

            Artikel 34

            In afwijking van artikel 288, 1e lid van het Decreet Lokaal Bestuur, treedt dit reglement in werking op 1 januari 2026.