Om meer mensen te verbinden met elkaar en met hun omgeving ondersteunt de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht het verenigingsleven. De gemeente doet dit onder andere door het toekennen van een subsidie aan de erkende plaatselijke sociaal-culturele verenigingen.
Dit reglement is enkel van toepassing voor erkende sociaal-culturele verenigingen die een activiteit ontwikkelen op volgende gebieden:
De subsidie wordt berekend via een puntensysteem. De vereniging kan kiezen voor een basissubsidie met een vast aantal punten of voor een werkingssubsidie waarbij punten verdiend worden op basis van de werking en activiteiten van de vereniging. De toekenning van de punten gebeurt via enkele criteria:
Op basis van het aantal punten wordt het subsidiebedrag berekend. Een punt heeft geen vaste waarde. De waarde van een punt wordt berekend op basis van het totaal aantal punten binnen de goedgekeurde dossiers in verhouding met het budget dat hiervoor is ingeschreven.
Bij het aanvragen van een werkingssubsidie worden naam, voornaam en mailadres van de aanvrager opgevraagd. Van de vereniging wordt het adres, ondernemingsnummer en bankrekeningnummer opgevraagd. De opgevraagde gegevens worden in functie van de uitvoering van dit reglement opgevraagd en verwerkt conform de GDPR-regelgeving.
Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 § 3 en artikel 41, 23° inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad om subsidiereglementen vast te stellen, te wijzigen en goed te keuren;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287, 288, inzake de bekendmaking en de inwerkingtreding van reglementen;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de reglementen;
Het reglement Gemeentelijke cultuurraad – Nieuw reglement toekenning projectsubsidies van gemeente Kruibeke van 21 december 2015;
Het toelagereglement plaatselijk sociaal-cultureel werk van gemeente Zwijndrecht van 30 november 2023;
Het reglement voor de erkenning en de subsidiëring van sociaal-culturele verenigingen van gemeente Beveren van 26 oktober 2004.
Met ingang van 1 januari 2026 en dit voor onbepaalde duur wordt een subsidie gegeven aan de sociaal-culturele verenigingen.
Enkel een erkende sociaal-culturele vereniging komt in aanmerking voor de Subsidie voor sociaal-culturele verenigingen.
Om door het college van burgemeester en schepenen erkend te worden en te blijven, moet de vereniging aan de volgende voorwaarden voldoen:
De vereniging kan een verscheidenheid van activiteiten ontwikkelen die in meerdere sectoren (sport, jeugd, cultuur) kunnen ondergebracht worden. Het college van burgemeester en schepenen zal, na advies hieromtrent vanwege de desbetreffende raden en commissies te hebben ingewonnen, deze vereniging onderbrengen in de voor haar aangewezen sector.
Om erkend te worden dient de vereniging een schriftelijke erkenningsaanvraag in, gericht aan het college van burgemeester en schepenen. De subsidiëring wordt toegekend op basis van de ingeleverde bewijsstukken vanaf het moment van de erkenning.
De aanvraag tot erkenning bevat volgende documenten:
Deze informatie wordt vertrouwelijk en volgens de geldende regelgeving betreffende de bescherming van de private levenssfeer behandeld.
Het college van burgemeester en schepenen wint, alvorens een beslissing te nemen over de erkenning, het advies in van de Cultuurraad.
Verenigingen die niet meer voldoen aan de voorwaarden van dit reglement of die gedurende twee opeenvolgende jaren geen activiteiten meer hebben ontwikkeld, verliezen hun erkenning.
Verenigingen die hun kernactiviteiten tijdelijk niet uitoefenen, maar niet ontbinden en een bewijs van minimale werking kunnen voorleggen, behouden hun erkenning.
Hafabraverenigingen (harmonieën, fanfares en brassbands) worden betoelaagd via het reglement Subsidiereglement muziekverenigingen en zijn dus uitgesloten van dit reglement.
De subsidie bestaat uit:
OF
Verenigingen die opteren voor de basissubsidie moeten geen gedetailleerd overzicht indienen van hun activiteiten. Een beknopt overzicht met vermelding van minimaal 3 activiteiten volstaat.
Bij verenigingen die opteren voor de werkingssubsidies bepaalt de aard van de activiteit hoeveel punten worden toegekend. Hierbij worden 3 principes gehanteerd:
De waarde van een punt wordt als volgt berekend:
Puntenwaarde = beschikbare budget
totaal aantal punten goedgekeurde dossiers
De werkingssubsidie van een vereniging is dan gelijk aan de puntenwaarde vermenigvuldigd met het aantal punten van de vereniging.
De minimale waarde van een punt kan nooit lager liggen dan 0,239 euro.
Het toekennen van de punten voor de berekening van de werkingssubsidie gebeurt als volgt:
Samenkomst en ontmoeting
A. Laagdrempelige ontmoeting met als hoofddoel vrijetijdsbesteding (niet- limitatief: wandelen, fietstochtjes, kaartnamiddagen, knutselnamiddagen, deelname aan quiz andere vereniging, algemene ledenvergaderingen, ruilbeurzen, schaken, bezoeken aan film-, muziek- of theatervoorstellingen…) (vast terugkerende activiteiten worden enkelvoudig én op jaarbasis per activiteit doorgegeven). | 20 |
B. Uitstappen en georganiseerde reizen van algemeen socio-culturele aard, met een minimum van 10 deelnemers (bezoek museum, tentoonstelling, parken, al dan niet met gids…. Te staven met attesten gids of andere bewijsstukken Meerdaagse reizen: enkel de eerste 5 dagen komen in aanmerking voor tegemoetkoming) | 100 |
C. Feesten en grotere samenkomsten (relatief t.o.v. het ledenaantal van de vereniging) zoals kerst/nieuwjaarsfeest, moederdagfeest, paasbrunch, ... met een maximum van 5/jaar | 50 |
Expertise en kennis
A. Organiseren van voordrachten en lezingen, filmavonden, quiz,… door de eigen vereniging ingericht, voor het brede publiek | 100 |
B. Volgen van een cursus of lessenreeks van erkende organisaties, per deelnemer per lessenreeks | 50 |
C. Organisatie van een lessenreeks met informatieve, educatieve of artistieke bedoeling, per bijeenkomst, gegeven en/of begeleid door eigen leden | 50
|
D. Organisatie van een lessenreeks met informatieve, educatieve of artistieke bedoeling, gegeven door een externe lesgever, per bijeenkomst. | 100 |
E. Organiseren van repetities en werksessies voor alle kunsten beoefenende verenigingen (beeldend, theater, koor…), (op jaarbasis door te geven, met een maximum van 100 repetities per jaar) | 20 |
Creatie en toonmoment
A. Manifestaties van algemeen sociaal-culturele en culturele aard. Voorstellingen en concerten, inrichten van wedstrijden en tornooien, presentatie van beeldmateriaal van eigen makelij (zelf gemaakte film of presentatie), bestemd voor een groot publiek, ingericht in de eigen gemeente. Indien de aard van de activiteit noodzakelijkerwijze een verplaatsing met zich meebrengt en als dusdanig is opgenomen in dit artikel, wordt dit beschouwd als een activiteit op eigen grondgebied. Per opvoering | 200 |
B. Opvoeringen, voorstellingen, concerten in eigen gemeente met uitgenodigd gezelschap, gastmusici,… (aan te tonen met een kopie van het contract) | 200 |
C. Organiseren van een tentoonstelling: voor de eerste dag van een tentoonstelling (bv: schilderijen, sierraden, tekeningen, keramiek,…), bestemd voor een groot publiek, ingericht in de eigen gemeente | 200 |
Voor elke daaropvolgende dag, met een maximum van 6 dagen volgend op de openingsdag | 50 |
D. Wedstrijden, manifestaties van algemeen sociaal-culturele en culturele aard bestemd voor een groot publiek (theatervoorstellingen, concerten, tentoonstellingen, presentatie van beeldmateriaal van eigen makelij) buiten de gemeente, of als onderdeel van een activiteit ingericht en georganiseerd door een andere vereniging of instantie (CC, OC, adviesraad,…), ongeacht het aantal opvoeringen of voorstellingen. Opluisteren van erediensten, met een max. van 5/jaar | 100 |
E. Publicaties
|
200 |
Samenwerkingen en extra subsidies
A. 2 of meerdere erkende verenigingen organiseren in samenwerking een activiteit van welke aard dan ook. Wanneer een vereniging meewerkt aan een activiteit van het gemeentebestuur op verzoek van de gemeente | +25% op de punten van de activiteit |
B. Verenigingen die zich geëngageerd hebben om mee te participeren aan de UiTPAS en hiervoor een overeenkomst met de gemeente hebben ondertekend. | 250 |
C. Voor een verzusteringsactiviteit en /of culturele uitwisseling met een vereniging uit één van onze zustergemeenten, worden de punten van de activiteit verdubbeld. | 200% |
Indien op één dag twee of meer deelactiviteiten georganiseerd worden die één geheel vormen, wordt enkel de prestatie met de hoogste quotering in aanmerking genomen. Deze deelactiviteiten dienen dan ook duidelijk als één geheel te worden aangegeven.
Een activiteit kan vanuit de gemeente maar één keer financieel ondersteund worden. Elke activiteit die via een ander reglement geniet van een gemeentelijke toelage, bijvoorbeeld vanuit de feestcomités, kan niet meer worden ingebracht binnen de werkingssubsidies. Een vereniging kiest zelf bij welk subsidiereglement zij deze activiteit inbrengt.
De gesubsidieerde engageert zich om het belang van het gebruik van het Nederlands te erkennen bij het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten.
Een werkgroep van de cultuurraad voert in samenwerking met de cultuurdienst de controle uit op de ingediende activiteiten.
De subsidies worden toegekend per kalenderjaar en worden berekend op basis van de gegevens en activiteiten van het kalenderjaar voorafgaand aan dat waarin de subsidie wordt toegekend.
Een vereniging die enkel een beroep wil doen op de basissubsidie bezorgt vóór 31 januari van het kalenderjaar waarin de subsidie wordt toegekend het inlichtingenblad aan de administratie. Hierop staan naast de contactgegevens eveneens minimaal 3 activiteiten vermeld die de vereniging het afgelopen kalenderjaar heeft georganiseerd.
Indien een activiteit niet aanvaard wordt, krijgt de vereniging tot 15 mei de tijd om deze te verantwoorden.
Een vereniging die geen inlichtingenblad indient, verliest het recht op de basistoelage.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de toegekende basissubsidies vóór 1 juli van het kalenderjaar waarin de subsidie wordt toegekend goed.
Het subsidiebedrag wordt uiterlijk op 15 augustus aan de verenigingen overgemaakt door middel van overschrijving.
Een vereniging die een beroep wil doen op de werkingssubsidie dient gebruik te maken van een online formulier waarop zij datum, naam activiteit, het soort activiteit en een korte omschrijving invult. Op basis van de gegevens wordt onmiddellijk meegegeven welke punten aan elke activiteit worden toegekend. Alle activiteiten dienen ingediend te zijn uiterlijk op 31 januari van het kalenderjaar volgend op het dienstjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
Uiterlijk op 31 maart ontvangt de vereniging een algemeen overzicht van de behaalde punten. De vereniging heeft tijd tot 30 april om eventuele hiaten kenbaar te maken aan de administratie en/of door de administratie opgevraagde bewijsstukken in te dienen.
Bij betwisting van de behaalde punten kan een vereniging eveneens tot 30 april een schriftelijk en gemotiveerd bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Na deze datum kan niets meer worden toegevoegd. Het college neemt hierin een beslissing waartegen geen beroep meer mogelijk is.
De activiteitenverslagen van de verenigingen die kiezen voor een werkingssubsidie worden jaarlijks na 30 april van het dienstjaar waarin de subsidie wordt toegekend door de vereniging ter beschikking en beoordeling overgemaakt aan de gemeentelijke cultuurraad. Uiterlijk 31 mei van het dienstjaar waarin de subsidie wordt toegekend, dient de cultuurraad zijn adviezen aan het college van burgemeester en schepenen over te maken.
Het college van burgemeester en schepenen zal het definitief resultaat van de puntenberekening met het bijhorende subsidiebedrag aan de plaatselijke verenigingen meedelen vóór 30 juni van het kalenderjaar, waarin de subsidie wordt toegekend.
Het subsidiebedrag wordt uiterlijk op 15 augustus aan de verenigingen overgemaakt door middel van overschrijving.
De administratie kan steekproeven nemen om bewijslast op te vragen om na te gaan of aangegeven activiteiten ingediend voor de werkingssubsidie ook daadwerkelijk plaats hebben gevonden.
Elke vereniging is verplicht, indien gevraagd door het college van burgemeester en schepenen, verantwoording af te leggen over de aanwending van de toegekende subsidie. Aan de door het college van burgemeester en schepenen aan te wijzen ambtenaren dienen alle documenten te worden getoond en alle inlichtingen te worden verstrekt die zij noodzakelijk achten voor de vervulling van hun opdracht. Deze ambtenaren zijn gebonden door discretieplicht.
Indien blijkt dat de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd door een vereniging, kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidies terugvorderen van de betrokken vereniging, en de erkenning ervan intrekken voor minstens één jaar.
Indien blijkt dat activiteiten niet correct werden meegedeeld, kan het college van burgemeester en schepenen na het advies te hebben ingewonnen van de Cultuurraad, de betreffende vereniging sanctioneren.
Deze sancties zijn de volgende:
De voorzitter van de vereniging tegen wie dergelijke maatregelen worden overwogen, wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Hij/zij heeft het recht binnen 14 dagen een bezwaar in te dienen, waarna het college van burgemeester en schepenen beslist.
Alle betwistingen omtrent de toepassing van dit reglement en eventuele misbruiken worden door het college van burgemeester en schepenen beslecht.
Volgende reglementen worden opgeheven met ingang van 1 januari 2026:
Het reglement Gemeentelijke cultuurraad – Nieuw reglement toekenning projectsubsidies van gemeente Kruibeke van 21 december 2015.
Het reglement Toelagereglement plaatselijk sociaal-cultureel werk van gemeente Zwijndrecht van 30 november 2023.
Het reglement Reglement voor de erkenning en de subsidiëring van sociaal-culturele verenigingen van gemeente Beveren van 26 oktober 2004.
Dit reglement wordt in juni 2027 geëvalueerd.
Dit reglement wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van artikelen 286, §1, 1° en 287 van het Decreet Lokaal bestuur.
Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur, brengt de gemeente de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van dit reglement.
In afwijking van artikel 288, 1e lid van het Decreet Lokaal Bestuur, treedt dit reglement in werking op 1 januari 2026.