Terug
Gepubliceerd op 09/12/2025

2025_GR_00633 - Belastingreglement op de aanleg en uitrusting van de ambachtelijke zones Doornstraat en Schaarbeek (verhaalbelasting) - Vaststelling

Gemeenteraad
wo 17/12/2025 - 19:30 Raadzaal
2025_GR_00633 - Belastingreglement op de aanleg en uitrusting van de ambachtelijke zones Doornstraat en Schaarbeek (verhaalbelasting) - Vaststelling 2025_GR_00633 - Belastingreglement op de aanleg en uitrusting van de ambachtelijke zones Doornstraat en Schaarbeek (verhaalbelasting) - Vaststelling

Motivering

Inhoudelijke toelichting

Het is wenselijk om het reglement, goedgekeurd door de gemeenteraad van 17 december 2019 te hernieuwen om reden dat er een aantal percelen in de zone liggen die momenteel een privaat gebruik hebben maar in de toekomst omgevormd kunnen worden tot een volwaardig K.M.O.-perceel.

Het vereist een gelijke behandeling dat ook deze percelen mee de kosten dragen van de aanleg van de zone, vermits zij ook rechtstreeks de baten genieten.

Om bij te dragen in de uitgaven gemaakt door de gemeente voor de aanleg en inrichting van de ambachtelijke zone Doornstraat (Doornpark) en Schaarbeek, worden de bebouwde en onbebouwde eigendommen, gelegen binnen deze zones onderworpen aan een belasting voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.

De financiële toestand van de gemeente vereist de invoering van alle rendabele belastingen.

Voor de uitvoering van dit belastingreglement worden volgende persoonsgegevens verwerkt: naam, voornaam, adres, gemeente, telefoonnummer, e-mailadres van de aanvrager, (eventueel) rijksregisternummer en bankrekeningnummer. Deze opgevraagde gegevens worden uitsluitend gebruikt voor de uitvoering van dit belastingreglement en worden verwerkt in overeenstemming conform de geldende privacywetgeving (GDPR).

Juridische grond

De Grondwet, meer bepaald artikelen 41, 162 en 170, §4;

Het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 10 april 1992 en het Invorderingswetboek van 13 april 2019;

Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 § 3 en artikel 41, 14°, inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingreglementen te wijzigen, vast te stellen en goed te keuren;

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287, 288, inzake de bekendmaking en de inwerkingtreding van het belastingreglement;

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de belastingreglementen;

De Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

De verhaalbelasting op de aanleg en uitrusting van de ambachtelijke zones Doornstraat en Schaarbeek van 17 december 2019 van gemeente Beveren.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt een verhaalbelasting geheven op de bebouwde en onbebouwde eigendommen gelegen in de ambachtelijke zones Doornstraat (Doornpark) en Schaarbeek met oog op het bijdragen van de uitgaven gemaakt voor de aanleg en inrichting van deze ambachtelijke zones.

Artikel 2

Onder de uitgaven gemaakt voor de aanleg en inrichting van de ambachtelijke zone wordt verstaan de kosten voor:

- erelonen en aanlegkosten wegen en rioleringen;

- aanleg van nutsvoorzieningen.

Artikel 3

Worden vrijgesteld van deze belasting:

1) De eigendommen die door de gemeente verkocht worden. Deze vrijstelling blijft bestaan wanneer het eigendom wordt doorverkocht.

2) De gebouwen en terreinen met een louter residentieel gebruik vreemd aan enig bedrijf binnen dezelfde ambachtelijke zone en waarvan de perceelsoppervlakte en -configuratie volgens de huidige voorschriften de omvorming tot een K.M.O.-perceel niet toelaten. Deze vrijstelling wordt beperkt tot maximum 40 meter achter de voorbouwlijn.

3) De vaste overheidseigendommen of gedeelten van overheidseigendommen die aangewend worden voor een kosteloze of niet kosteloze dienst tot nut van de gemeenschap.

4) De eigendommen of gedeelten van eigendommen die gebruikt worden voor het bovengronds en ondergronds transport via leidingen. Voor het ondergronds transport geldt deze vrijstelling slechts in zoverre de bovengrondse oppervlakte door de aanwezigheid van de leidingen elk ander gebruik uitsluit.

Artikel 4

De in artikel 3 genoemde vrijstellingen van de belasting worden opgeheven zo de toestand die aanleiding heeft gegeven tot het niet verschuldigd zijn van de belasting, gewijzigd wordt en zo de voorschriften van onderhavig reglement erop toepasselijk worden.

Artikel 5

In de omstandigheden bedoeld in artikel 4 worden slechts de resterende schijven geheven overeenkomstig artikel 12 3°. De belasting is verschuldigd vanaf 1 januari van het jaar volgend op de opheffing van de vrijstelling. De verjaring mag niet ingeroepen worden.

Artikel 6

De belasting wordt vastgesteld op 10 EUR/m² en deel van m² per belastbare eigendom, ongeacht de bestemming of het gebruik van de gronden.

Artikel 7

Het belastingtarief is gekoppeld aan de index der consumptieprijzen en wordt jaarlijks geïndexeerd vanaf 1 januari 2027. Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van december 2025. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de maand december van het jaar dat de tariefaanpassing voorafgaat.

Artikel 8

De belasting belast het eigendom en is voor het ganse jaar verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is of in voorkomend geval vruchtgebruiker, opstalhouder of erfpachter.

Indien het eigendom meerdere eigenaars, vruchtgebruikers, opstalhouders of erfpachters toebehoort is de belasting hoofdelijk en ondeelbaar verschuldigd door allen.

In het geval van vruchtgebruik, opstal of erfpacht is de belasting verschuldigd respectievelijk door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of de erfpachter.

Bij overlijden van één of meerdere eigenaars blijft de belasting hoofdelijk en ondeelbaar verschuldigd door de erfgenamen.

Bij de verkoop van het eigendom is de verkoper verplicht om alle nodige informatie met betrekking tot deze verhaalbelasting mee te delen aan de kandidaat-kopers.

Artikel 9

Indien de aanleg van de ambachtelijke zone in fasen gebeurt zal elke belastingplichtige belast worden vanaf het moment dat de bedrijfspercelen ontsloten worden door de nieuwe infrastructuur.

Artikel 10

De eigenaar van het belastbaar eigendom is er, op straf van zelf als belastingplichtige te worden beschouwd, toe gehouden aan de bevoegde gemeenteambtenaren afschrift te bezorgen van de akten die de rechten van vruchtgebruik, erfpacht en opstal vestigen op het belastbaar eigendom.

Artikel 11

Het eerste aanslagjaar van de belasting stemt overeen met het kalenderjaar van de voltooiing van de werken overeenkomstig het proces-verbaal van voorlopige aanvaarding. Bij gebrek aan dergelijk proces-verbaal wordt de voltooiing van de werken vastgesteld bij besluit van het College van Burgemeester en Schepenen.

Artikel 12

Iedere belastingplichtige mag zich kwijten van zijn belastingschuld:

1° Door ineens het bedrag van zijn aandeel te betalen.

2° Door middel van jaarlijkse schijven. In dit geval wordt de jaarlijkse afkorting vastgesteld als de delging in kapitaal en intrest onder vorm van vaste annuïteit van een lening aangegaan voor een duur van 10 jaar bij de bankinstelling waar de gemeente contractueel leningen aangaat, volgens de voorwaarden van toepassing op 1 januari van het eerste dienstjaar van de belasting zoals bepaald in artikel 12.

3° Hetzij, na één of meer jaarlijkse schijven betaald te hebben door het bedrag van het kapitaalsaldo te betalen. In dit geval moet de belastingplichtige een per post aangetekend schrijven richten tot het gemeentebestuur voor 1 januari van het dienstjaar te rekenen waarvan hij de betaling van de jaarlijkse schijven wil staken.

Artikel 13

De belastingplichtige zal per post aangetekend schrijven zijn keuze bekend maken aan het bestuur binnen de maand volgend op het hem tegen ontvangstbewijs afgeleverd bericht waarbij het verschuldigd aandeel wordt medegedeeld. Bij gebreke aan antwoord binnen de gestelde termijn wordt aangenomen dat de belastingschuld zal gekweten worden door middel van jaarlijkse schijven.

Artikel 14

De in 1° van artikel 12 voorziene kwijtingsmogelijkheid wordt een verplichting wanneer het aandeel de som van 1.240 EUR niet overschrijdt. Bij verandering van belastingplichtige geldt dezelfde verplichting indien, na 1 januari volgend op de wijziging, het kapitaalsaldo de som van 1.240 EUR niet overschrijdt.

Artikel 15

Indien dit belastingreglement opgeheven wordt of niet hernieuwd wordt of wanneer een gunstiger belastingregime aangenomen wordt voor het verstrijken van de terugbetalingsduur, bepaalt in artikel 12 2° hebben de belastingplichtigen die hun belasting in éénmaal gekweten hebben overeenkomstig artikel 12 1°, recht op terugbetaling van het nog niet eisbaar geworden kapitaal van de belastingschuld.

Artikel 16

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

Artikel 17

De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 18

Het gemeentebestuur is ten allen tijde gerechtigd waar ook op het gemeentelijk grondgebied controle uit te oefenen met het oog op de correcte toepassing van deze reglementering.
 Een administratieve geldboete van 500,00 EUR wordt opgelegd in het geval van:

• de weigering mee te werken aan een fiscale controle;

• de weigering om boeken of bescheiden voor te leggen.

 

Het bedrag van de administratieve geldboete wordt gelijktijdig en samen met de belasting ingekohierd en ingevorderd. De administratieve geldboete moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 19

De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen op straffe van verval binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of de datum van de inning van de contantbelasting. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend zijn en gemotiveerd zijn.

Artikel 20

In afwijking van art. 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur treedt dit reglement in werking op 1 januari 2026.

Artikel 21

Het belastingreglement op de aanleg en uitrusting van de ambachtelijke zones Doornstraat en Schaarbeek van 17 december 2019 van gemeente Beveren wordt opgeheven met ingang vanaf aanslagjaar 2026.

Artikel 22

Conform artikel 330 Decreet Lokaal Bestuur wordt de toezichthoudende overheid op de hoogte gebracht van de bekendmaking van dit besluit.

Artikel 23

Conform artikelen 286, §1, 1° en art. 287 Decreet Lokaal Bestuur wordt dit besluit en de inhoud ervan bekend gemaakt op de webtoepassing van de gemeente.