Terug
Gepubliceerd op 09/12/2025

2025_GR_00631 - Retributiereglement inzake bruikleen van grafmonumenten - Vaststelling

Gemeenteraad
wo 17/12/2025 - 19:30 Raadzaal
2025_GR_00631 - Retributiereglement inzake bruikleen van grafmonumenten - Vaststelling 2025_GR_00631 - Retributiereglement inzake bruikleen van grafmonumenten - Vaststelling

Motivering

Inhoudelijke toelichting

Naar aanleiding van de fusie is het wenselijk dat het retributiereglement inzake bruikleen van grafmonumenten uitgebreid wordt voor graftekens van alle begraafplaatsen van de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht.  

Aanleiding:

Dit reglement wordt ingevoerd naar aanleiding van de gemeentefusie, met als doel een uniforme regeling op te stellen voor de bruikleen van grafmonumenten op alle begraafplaatsen binnen de nieuwe gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht. Tegelijk wordt beoogd waardevol funerair erfgoed te behouden en opnieuw in gebruik te nemen, met respect voor de historische en esthetische waarde ervan.

Om het aantal graven die door de gemeente beheerd worden beheersbaar te houden, brengt de gemeente graven onder in een A, B of C-lijst.

  • De A-lijst is de topstukkenlijst en bevat graven die in aanmerking komen voor bescherming door de Vlaamse overheid.
  • De B-lijst is de lijst van lokaal historisch belangrijke graven conform het decreet op de begraafplaatsen. Deze graven komen in beheer van de gemeente.
  • De C-lijst is de lijst van waardevolle graven. Deze graven worden ter beschikking gesteld van de bevolking in de vorm van bruikleen (hergebruik).

Doelgroep:

Burgers die belangstelling hebben voor een grafconcessie, en in het bijzonder voor bruikleen (hergebruik) van grafmonumenten die aan de gemeente zijn toegekomen, kunnen op basis van dit reglement een aanvraag indienen. Familieleden van de oorspronkelijke overledene hebben in bepaalde gevallen voorrang.

Voorwaarden:

  • Enkel grafmonumenten waarvan de concessie is verlopen en die zijn opgenomen op de zogenaamde C-lijst komen in aanmerking.
  • De bruikleen (hergebruik) is gekoppeld aan een nieuwe concessie.
  • De aanvraag gebeurt via het college van burgemeester en schepenen.
  • Instandhoudings- en/of restauratiewerken zijn verplicht. 
  • De bruiklener (hergebruiker) dient zich als een goede huisvader te gedragen en zorgt zelf voor onderhoud.

Bedrag:

De retributie bedraagt 50% van het standaardbedrag van een nieuwe concessie. Indien de gemeente reeds herstellingswerken uitvoerde aan het grafmonument, worden deze kosten proportioneel doorgerekend, afhankelijk van het aantal jaren sinds de uitvoering (met jaarlijkse afbouw van 10 %).

Methode:

De bruikleen (hergebruik) wordt aangevraagd bij de gemeente. De procedure is zowel digitaal als op papier beschikbaar. Graven die beschikbaar zijn, worden kenbaar gemaakt via signalisatie ter plaatse en een digitale/papieren catalogus. Hierbij wordt eveneens melding gemaakt van de door de gemeente gemaakte kosten om het beoogde grafmonument te conserveren/te restaureren.

Verwerking van persoonsgegevens:

In het kader van de retributie inzake bruikleen (hergebruik) van grafmonumenten worden enkele persoonsgegevens verwerkt, waaronder naam, voornaam, rijksregisternummer, adres, telefoonnummer, e-mailadres van de aanvrager. Deze gegevens worden uitsluitend gebruikt voor de verwerking van de aanvragen en worden verwerkt conform de geldende privacywetgeving (GDPR).

Juridische grond

De Grondwet, meer bepaald artikelen 41, 162 en 170, § 4;

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 § 3 en artikel 41,14° inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad om retributiereglementen te wijzigen, vast te stellen en goed te keuren;  

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 177 betreffende het debiteurenbeheer inzake de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen;

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287, 288, inzake de bekendmaking en de inwerkingtreding van het retributiereglement;  

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de retributiereglementen;   

Het Decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004, zoals tot op heden gewijzigd;

Omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart 2004 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd;

Het Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria;

Reglement bruikleen en peterschap van een grafmonument, goedgekeurd op de gemeenteraad van Beveren van 7 april 2020;

Aanpassing van het reglement inzake bruikleen grafmonument, goedgekeurd op de gemeenteraad van Beveren van 3 september 2024.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2026 en dit voor onbepaalde duur wordt een retributie geheven op de bruikleen van grafmonumenten.

Artikel 2

Met ingang van 1 januari 2026 kunnen bepaalde aan de gemeente toegekomen graven die in de funeraire zone liggen of funerair erfgoed zijn aan burgers voor een normale en hernieuwbare concessietermijn in bruikleen (hergebruik) worden gegeven.

De gemeente brengt toegekomen graven onder in een A, B of C-lijst. De graven die in aanmerking komen voor bruikleen staan op de C-lijst.

Graven die aan de gemeente zijn toegekomen, zijn graven waarvan de concessie beëindigd is na een procedure ‘einde concessie’, een procedure ‘verwaarlozing’ of ‘op vraag van de familie’.

Artikel 3

Definities:

In dit reglement verstaan we onder: 

  • Aanvrager: zowel de bruiklener als de concessionaris
  • Concessie: een vergunning van de gemeente voor het gebruik van een perceel of plaats, als rustplaats voor het stoffelijk overschot, gedurende de overeengekomen periode

Artikel 4

Gedurende de looptijd van één van de procedures zoals vermeld in artikel 2, kan iedereen die belangstelling heeft voor bruikleen (hergebruik) van een geselecteerd graf zich kenbaar maken. Familieleden van desbetreffende graven hebben voorrang op de mogelijkheid tot bruikleen, volgens volgorde van afstammingsgraad, vervolgens chronologisch. Na het beëindigen van één van bovenvermelde procedures, zoals vastgesteld in retributiereglement en het huishoudelijk reglement voor begraafplaatsen, vervalt het voorrangsrecht van de familie en krijgt de eerste aanvrager de kans om het graf in bruikleen te nemen. 

Artikel 5

§ 1 - De concrete aanvragen voor bruikleen van bestaande grafmonumenten worden door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd, onder volgende voorwaarden, die eveneens worden vermeld op het aanvraagformulier:

  • de aanvraag gebeurt tegelijkertijd voor de concessie van het graf en voor de bruikleen van het grafmonument voor een termijn van 30 jaar;
  • het aantal plaatsen van de nieuwe concessie blijft gelijk aan de oorspronkelijke concessie. De aanvrager krijgt de mogelijkheid om te kiezen voor lichaam of urne, rekening houdend met wat technisch mogelijk en veilig is. Uitbreiding van aantallen moet per grafmonument worden nagekeken;
  • het betreft een grafmonument waarvan de gemeente eigenaar is op het moment van de aanvraag en waarvan zij de bruikleen toestaat;
  • de bruikleen van het grafmonument is onlosmakelijk verbonden met de concessie voor het graf;

§ 2 - De aanvrager verbindt zich ertoe om:

  1. de verlaagde retributie voor de grafconcessie voor bruikleen te betalen, welke 50 % bedraagt van het bedrag vastgesteld in de geldende retributiereglement voor begraafplaatsen;
  2. in geval de gemeente, voorafgaand aan de aanvraag bruikleen, reeds kosten heeft gemaakt om het beoogde grafmonument te conserveren/te restaureren het geheel of een gedeelte van de gemaakte kosten terug te betalen. Deze worden als volgt berekend: Indien de overeenkomst bruikleen start binnen het jaar na het maken van de kosten, worden de kosten gemaakt door de gemeente volledig doorgerekend aan de bruiklener. Indien de overeenkomst bruikleen start op een datum tussen een jaar en twee jaar nadat de kosten werden gemaakt, betaalt de bruiklener 90 % van totale kosten gemaakt door de gemeente.
    De kosten worden jaarlijks met 10 % verminderd: 3de jaar = 80 %, 4de jaar = 70 %, 5de jaar = 60 %, 6de jaar = 50 %, 7de jaar = 40 %, 8ste jaar = 30 %, 9de jaar = 20 %, 10de jaar = 10 %. Vanaf het 11de jaar worden er geen extra kosten meer doorgerekend aan bruiklener. De bruiklener betaalt enkel de verlaagde concessie, zoals voorgeschreven in het retributiereglement.
    Formule: kosten van de gemeente aan bepaald percentage – retributie verlaagde concessie = uiteindelijke kost bruikleen, met een minimum van het verlaagde concessiebedrag.
  3. indien van toepassing, de éénmalige kostprijs voor de sanering te bekostigen. De gemeente bepaalt of zij sanering noodzakelijk acht.

Artikel 6

Er wordt een overeenkomst opgesteld tussen gemeente en aanvrager, waarbij de  volgende persoonsgegevens van de aanvrager worden verwerkt: naam, voornaam, rijksregisternummer, adres, telefoonnummer, e-mailadres. Deze gegevens worden uitsluitend gebruikt voor de verwerking van de aanvragen en worden verwerkt conform de geldende privacywetgeving (GDPR). 

De bruikleenovereenkomst loopt gelijk met de aanvang en het einde van de concessie en neemt hoe dan ook een einde indien de concessie wordt beëindigd. De bruikleen van het bestaand grafmonument, zoals beschreven in deze overeenkomst, wordt rechtsgeldig op het ogenblik dat het college van burgemeester en schepenen de concessieaanvraag goedkeurt of bekrachtigt.

De aanvrager verbindt er zich als een ‘goede huisvader’ toe om  instandhoudings- en/of restauratiewerken in de geest van het funerair erfgoed en de bepalingen met betrekking tot het personaliseren van het grafmonument, uit te voeren.

De kosten worden gedragen door de aanvrager.

Artikel 7

Bij het niet-naleven van de voorwaarden die deel uitmaken van deze overeenkomst, zal de gemeente de verwaarlozingsprocedure opstarten. Dit leidt na één jaar tot het beëindigen van de concessie en meteen ook tot het beëindigen van de bruikleen van het grafmonument. De bruiklener kan in dat geval geen aanspraak maken op vergoedingen of compensaties. De bruiklener is aansprakelijk voor eventuele schade aan de eigendommen van de gemeente en derden op de begraafplaats als gevolg van werken die in zijn/haar opdracht worden uitgevoerd.

Artikel 8

De retributie wordt via factuur ingevorderd bij de aanvrager.

Artikel 9

Alle betwistingen omtrent de toepassing van dit reglement en eventuele misbruiken worden door het College van Burgemeester en Schepenen beslecht.

Artikel 10

Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwistingen zal het gemeentebestuur zich wenden tot de burgerlijke rechtbank om de retributie in te vorderen.

Artikel 11

Het eerste jaar na de inwerkingtreding van dit reglement is een overgangsjaar. In dat jaar gelden de voorrangsbepalingen voor de familie, zoals bepaald in het reglement art. 4, ook voor aan de gemeente toegekomen graven die niet meer in procedure zijn en in aanmerking komen voor bruikleen.

Artikel 12

Het reglement “Retributiereglement inzake bruikleen grafmonument”, goedgekeurd op de gemeenteraad van Beveren van 7 april 2020, en de aanpassing daarvan, goedgekeurd op de gemeenteraad van Beveren van 3 september 2024, worden opgeheven.

Artikel 13

Dit reglement wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van artikelen 286, §1, 1° en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.

Artikel 14

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeente de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van dit reglement.

Artikel 15

In afwijking van artikel 288, 1e lid van het Decreet Lokaal Bestuur, treedt dit reglement in werking op 1 januari 2026.