Het openbaar domein wordt naar aanleiding van bouwwerkzaamheden gebruikt om bouwmaterialen te stapelen, machines te stallen, stellingen te plaatsen, ... e.d.
Hierdoor neemt het risico op beschadiging van het openbaar domein (o.a. wegdek, voetpad en groenstroken) toe.
Bij gebrek aan een voorafgaandelijke staat van bevinding is het zeer moeilijk om de schade aan deze infrastructuur te beoordelen en om de verantwoordelijke voor de schade aan te duiden.
Het herstel in de oorspronkelijke staat van het openbaar domein kan slechts verzekerd worden door het invoeren van een borgstelling door de bouwheer. Bij deze borgstelling hoort ook de keuring van de privériolering en uitvoering van de hemelwaterput en/of infiltratievoorzieningen. Ook voor werken aan de voorgevel, het (her)aanplanten van een groenscherm en het aanleggen van een groendak is het aangewezen een borgstelling in te voeren om de goede uitvoering te garanderen.
Bij de borgstelling voor het gebruik van het openbaar domein en controle van de uitgevoerde stedenbouwkundige handelingen wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds eengezinswoningen en anderzijds meergezinswoningen (appartementen) en nijverheidsgebouwen.
Bij niet of onvoldoende herstel van het openbaar domein zullen de herstellingskosten voor de schade worden verhaald. De herstellingskosten zijn conform het retributiereglement voor de uitvoering van werken voor derden en in de andere gevallen op basis van de kostprijs van de gebruikte goederen en diensten.
Voor de uitvoering van dit reglement worden volgende persoonsgegevens verwerkt: naam, voornaam, adres, gemeente, telefoonnummer, e-mailadres van de aanvrager, (eventueel) rijksregisternummer en bankrekeningnummer. Deze opgevraagde gegevens worden uitsluitend gebruikt voor de uitvoering van dit belastingreglement en worden verwerkt in overeenstemming conform de geldende privacywetgeving (GDPR).De Grondwet, meer bepaald artikelen 41, 162 en 170, §4;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 §3 inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad om gemeentelijke reglementen te wijzigen, vast te stellen en goed te keuren;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287, 288, inzake de bekendmaking en de inwerkingtreding van reglementen;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de reglementen;
De gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 10 februari 2023 inzake hemelwater (‘genaamd de Hemelwaterverordening van 2023’), tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
Het gemeentelijk reglement betreffende het gebruik van het openbaar domein, borgstelling en kostenaanrekening van 21 oktober 2014 van de gemeente Beveren.
Met ingang van 1 januari 2026 en dit voor onbepaalde duur heft het gemeentebestuur een borgstelling bij het afleveren van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
Artikel 2.1
Borgstelling voor het gebruik van het openbaar domein en controle van de uitgevoerde stedenbouwkundige handelingen (waaronder installatie van regenwaterputten en/of infiltratie en het laten uitvoeren van een keuring privériolering bij bouwwerken)
Door de bouwheer is een voorafgaande borgstelling verschuldigd voor het gebruik van het openbaar domein en controle van de uitgevoerde stedenbouwkundige handelingen (waaronder installatie van regenwaterputten en/of infiltratie en het laten uitvoeren van een keuring privériolering bij bouwwerken) bij het bekomen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of vegetatiewijziging.
Deze borg, vermeld in artikel 1, bedraagt:
Artikel 2.2
Wanneer in één omgevingsvergunning verschillende stedenbouwkundige handelingen zijn vervat wordt een borgstelling aangevraagd voor iedere afzonderlijke vergunde handeling (zoals bepaald onder artikel 2.1, artikel 2.13 en artikel 2.17).
Artikel 2.3
De borgstelling is verschuldigd na het aflopen van de termijn van de bekendmaking van de beslissing bij een goedgekeurde omgevingsvergunning, onlosmakelijk verbonden en ongeacht wanneer met de bouwwerken gestart wordt. Indien een schorsend administratief beroep wordt opgestart is de borgstelling verschuldigd na de vergunningsprocedure in laatste administratieve aanleg. Indien de bouwheer wenst af te zien van de bekomen vergunning, of delen van deze vergunning, dient dit schriftelijk of via e-mail (stedenbouw@gemeentebkz.be) aan de gemeentelijke dienst Ruimtelijke Ordening & Wonen gemeld te worden. Deze melding zal resulteren in het geheel of gedeeltelijk verval van de vergunning waarna de borgstelling terugbetaald kan worden.
Artikel 2.4
De waarborg is onlosmakelijk verbonden met de afgeleverde omgevingsvergunning en gaat bij verkoop over naar de nieuwe eigenaar.
Artikel 2.5
Wanneer een omgevingsvergunning wordt afgeleverd voor het wijzigen van de voorgevel en/of voorgevelrenovatie (ev. met isolatie) ter hoogte van de rooilijn, is het toegelaten de rooilijn te overschrijden volgens de opgelegde bepaling in de omgevingsvergunning, inclusief dorpels, sokkels, spatranden,… De stoep moet zo heraangelegd worden dat de stoeptegels niet onder de gevelisolatie of het gevelmateriaal komen te zitten. De stoeptegels moeten verplaatst worden of ingekort, zodat bij werken de tegels makkelijk verwijderd kunnen worden en niet klem zitten onder het gevelisolatiemateriaal. Eventuele beschadigingen aan de woning bij toekomstige werkzaamheden aan de stoep zullen ten laste zijn van de eigenaar van de woning van zodra zij deels te wijten zijn aan een slechte aansluiting tussen openbaar domein en de gevelbekleding die op of boven openbaar domein staat. De rooilijn wijzigt niet: indien er op deze locatie in de toekomst een nieuwe muur zou komen, moet die op de oorspronkelijke rooilijn gezet worden. De terugbetaling van de borg, zal niet gebeuren indien de werken aan het openbaar domein (voetpad) niet voldoen aan de opgelegde bepalingen opgenomen in de omgevingsvergunning.
Artikel 2.6
Voor het begin van de werken zal de bouwheer een eerste tegensprekelijke staat van bevinding schriftelijk, telefonisch of via e-mail (wegen@gemeentebkz.be) aanvragen bij de Technische Dienst Wegen van de gemeente; indien dit niet gebeurt wordt het openbaar domein geacht in goede staat te zijn.
Artikel 2.7
Als de bouwwerken voltooid zijn, moet de datum van het einde van de werken ingevoerd worden in het Omgevingsloket. Na de melding van de voltooiing van de bouwwerken zal, voor de terugbetaling van de borg, een tweede staat van bevinding (openbaar domein) worden opgemaakt door de Technische Dienst Wegen (in opdracht van dienst Ruimtelijke Ordening & Wonen) en bijkomend wordt er gecontroleerd op de aanwezigheid van een keuring van de privériolering.
Aan de hand van deze controle zal:
- de borg volledig terugbetaald worden;
- de borg terugbetaald worden na aftrek van de herstellingskosten;
- de terugbetaling van de borg vervalt onverminderd op de aanrekening van de gebeurlijke meerkosten.
Artikel 2.8
De volledige of gedeeltelijke borg wordt, na eventuele aftrek van de herstellingskosten zoals bepaald onder artikel 2.10, aan de bouwheer terugbetaald indien voldaan is aan de verplichtingen inzake installatie van regenwaterputten, infiltratie, keuring privériolering en indien de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen correct werden uitgevoerd zoals vergund. De correctheid van de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen wordt gecontroleerd door een gemachtigd ambtenaar van de gemeente. Deze controle moet door de houder van de vergunning aangevraagd worden.
Artikel 2.9
De terugbetaling van de borg zal niet gebeuren indien de verharding zoals opgelegd in de omgevingsvergunning niet voldoet aan de opgelegde bepalingen.
Artikel 2.10
Herstellingskosten voor schade aan het openbaar domein
Bij niet of onvoldoende herstel na het in artikel 2 bedoelde gebruik van het openbaar domein of voor het herstel van andere beschadigingen aan het openbaar domein zullen vanaf heden de kosten verhaald worden op:
1. de bouwheer voor de gevallen voorzien in artikel 2;
2. de verantwoordelijke voor de beschadiging in de andere gevallen.
Artikel 2.11
De kosten zullen aangerekend worden volgens de tarieven vastgesteld in het retributiereglement voor de uitvoering van werken voor derden. Voor werken waarvan de kostenaanrekening niet in bedoeld retributiereglement voorzien is zal het College van Burgemeester en Schepenen de kosten aanrekenen op basis van de kostprijs van de geleverde materialen, gebruikte voer- en werktuigen en de gepresteerde werkuren.
Artikel 2.12
Deze herstellingskosten zullen door de financieel directeur ingevorderd worden onmiddellijk na voltooiing van de werken, d.i. :
1. bij vereffening van de borg, op basis van de tweede staat van bevinding zoals vermeld in artikel 2.7;
2. op voorlegging van een invorderingsstaat en tegen afgifte van een kwijtschrift bij betaling in het geval bedoeld in artikel 2.10.2.
Artikel 2.13
Borgstelling bij uitvoering van groenschermen
Wanneer bij bouwwerken de aanleg van een groenscherm wordt opgelegd in de omgevingsvergunning zal voor de goede uitvoering een bijkomende waarborg verschuldigd zijn door de bouwheer ten bedrage van 15 EUR/lopende meter met een minimum van 500 EUR en een maximum van 1500 EUR.
Artikel 2.14
De borgstelling is verschuldigd na het aflopen van de termijn van de bekendmaking van de beslissing bij een goedgekeurde omgevingsvergunning, onlosmakelijk verbonden en ongeacht wanneer met de bouwwerken gestart wordt. Indien een schorsend administratief beroep wordt opgestart is de borgstelling verschuldigd na de vergunningsprocedure in laatste administratieve aanleg. Indien de bouwheer wenst af te zien van de bekomen vergunning, of delen van deze vergunning, dient dit schriftelijk of via e-mail (stedenbouw@gemeentebkz.be) aan de gemeentelijke dienst Ruimtelijke Ordening & Wonen gemeld te worden. Deze melding zal resulteren in het geheel of gedeeltelijk verval van de vergunning waarna de borgstelling terugbetaald kan worden.
Artikel 2.15
Bij voltooiing van de aanleg van het groenscherm neemt de aanvrager contact op met de gemeentelijke dienst Landbouw via e-mail (landbouw@gemeentebkz.be). Hierna zal een eerste controle op de aanplanting worden uitgevoerd. Indien de gemeentelijke dienst Landbouw tijdens deze controle vaststelt dat de aanleg van het groenscherm niet correct werd uitgevoerd, moet er na aanpassingswerken een nieuwe controle aangevraagd worden.
Artikel 2.16
1 jaar na de vaststelling door de gemeentelijke dienst Landbouw dat de aanleg van het groenscherm correct werd uitgevoerd, kan de borgstelling terug gevraagd worden. Voor de terugbetaling, zal een tweede controle uitgevoerd worden door de gemeentelijke dienst Landbouw. De terugbetaling van de borg, vermeld in artikel 2.13, zal niet gebeuren indien het groenscherm niet voldoet aan de opgelegde bepalingen.
Artikel 2.17
Borgstelling bij uitvoering van groendaken.
Wanneer bij bouwwerken de aanleg van een groendak wordt opgelegd in de omgevingsvergunning zal voor de goede uitvoering een bijkomende waarborg verschuldigd zijn door de bouwheer ten bedrage van 1500 EUR.
Artikel 2.18
De borgstelling is verschuldigd na het aflopen van de termijn van de bekendmaking van de beslissing bij een goedgekeurde omgevingsvergunning, onlosmakelijk verbonden en ongeacht wanneer met de bouwwerken gestart wordt. Indien een schorsend administratief beroep wordt opgestart is de borgstelling verschuldigd na de vergunningsprocedure in laatste administratieve aanleg. Indien de bouwheer wenst af te zien van de bekomen vergunning, of delen van deze vergunning, dient dit schriftelijk of via e-mail (stedenbouw@gemeentebkz.be) aan de gemeentelijke dienst Ruimtelijke Ordening & Wonen gemeld te worden. Deze melding zal resulteren in het geheel of gedeeltelijk verval van de vergunning waarna de borgstelling terugbetaald kan worden.
Artikel 2.19
1 jaar na de vaststelling door de gemeentelijke groendienst waarbij de aanleg van het groendak correct werd uitgevoerd, kan via e-mail (groendienst@gemeentebkz.be) de borgstelling terug gevraagd worden.
Voor de terugbetaling, zal een controle uitgevoerd worden door de gemeentelijke groendienst. De terugbetaling van de borg, vermeld in artikel 2.17, zal niet gebeuren indien het groendak niet voldoet aan de opgelegde bepalingen.
De borg wordt ingevorderd via factuur. De intresten zijn ten voordele van het bestuur.
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwisting zal het gemeentebestuur zich wenden tot de burgerlijke rechtbank om de retributie in te vorderen.
Bij gebrek aan indienen van de nodige bewijzen tot terugbetaling van de waarborg, wordt de waarborg 10 jaar na betaling ervan eigendom van de gemeente.
Alle betwistingen omtrent de toepassing van dit reglement en eventuele misbruiken worden door het College van Burgemeester en Schepenen beslecht.
In afwijking van art. 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur treedt dit reglement in werking op 1 januari 2026.
Het gemeentelijk reglement betreffende het gebruik van het openbaar domein, borgstelling en kostenaanrekening van 21 oktober 2014 van de gemeente Beveren wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2026.
Conform artikel 330 Decreet Lokaal Bestuur wordt de toezichthoudende overheid op de hoogte gebracht van de bekendmaking van dit besluit.
Conform artikelen 286, §1, 1° en art. 287 Decreet Lokaal Bestuur wordt dit besluit en de inhoud ervan bekend gemaakt op de webtoepassing van de gemeente.