Inleiding
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd
In de toelichting hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste informatie over een gemeentelijk beleidsplan ruimte:
Waarom een gemeentelijk beleidsplan ruimte voor Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht?
De gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen van Beveren en Kruibeke zijn (deels) achterhaald. De planhorizon van deze plannen is beperkt tot 2007 en er zijn bij de gemeente intenties/ideeën voor strategische projecten die strijdig zijn met de bepalingen van de structuurplannen. Een herziening van de structuurplannen is aangewezen. Prefusiegemeente Zwijndrecht herzag haar GRS van 2001 reeds in het Gemeentelijk Beleidsplan Ruimtelijk(GBR) 'Zinderend Zwijndrecht', d.d. 2023.
Gezien de wetgeving voorziet in een opvolger van het structuurplan, enkel een gedeeltelijk herziening van een bestaand structuurplan nog mogelijk was en de prefusiegemeente Zwijndrecht reeds beschikt over een beleidsplan, wordt voorgesteld om te starten met de opmaak van een overkoepelend gemeentelijk beleidsplan ruimte voor de volledige fusiegemeente Beveren - Kruibeke - Zwijndrecht.
Een opvolger voor het structuurplan?
Tot op heden zijn de krijtlijnen van het ruimtelijk beleid nog overwegend vastgelegd in ruimtelijke structuurplannen die zowel op Vlaams, provinciaal als gemeentelijk niveau zijn opgemaakt.
De 1ste structuurplannen hadden een planhorizon tot 2007. Door middel van herzieningen is de planhorizon van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) en de planhorizon van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen (PRS) verlengd tot 2012 (met doorkijk tot 2020). Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) van Beveren, goedgekeurd in 2006 en van Kruibeke, goedgekeurd in 2005, werden niet herzien en hebben bijgevolg een planhorizon tot 2007.
De structuurplannen vormen geen kader voor de toetsing van vergunningsaanvragen. Vergunningsaanvragen worden getoetst aan de bestemmingsplannen (gewestplan, APA, BPA, RUP). Om de bestemmingsplannen in overeenstemming te brengen met de visie van de structuurplannen dienen/kunnen ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) opgemaakt worden. Deze RUP’s mogen niet afwijken van de bepalingen van de structuurplannen.
Een structuurplan kan niet worden opgeheven. Het kon wel (gedeeltelijk) vervangen worden door een nieuw structuurplan of door de opvolger van het structuurplan: het Beleidsplan Ruimte.
Structuurplannen blijven van kracht tot ze worden vervangen door een eerste beleidsplan ruimte voor de gemeenten in kwestie (cfr. overgangsbepalingen uit de codextrein, art. 213 §1).
Wat is een Beleidsplan Ruimte?
Net zoals bij structuurplannen kunnen ook de beleidsplannen ruimte op 3 niveaus opgemaakt worden: Vlaanderen, provinciaal en gemeentelijk. Bijkomend is het ook mogelijk om een Intergemeentelijk ruimtelijk beleidsplan op te maken. Dit kan ook gedeeltelijk (strategische visie of beleidskader) zijn.
Het ruimtelijk beleidsplan bestaat uit een strategische visie en één of meer beleidskaders die samen het kader aangeven voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling.
De strategische visie omvat een langetermijnvisie voor de ruimtelijke ontwikkeling. De strategische visie kan niet worden opgeheven, maar kan wel geheel of gedeeltelijk herzien worden.
De beleidskaders bevatten de operationele beleidskeuzes voor de middellange termijn en actieprogramma’s voor een thema of gebiedsdeel. Het beleidskader schikt zich naar de strategische visie van het niveau in kwestie. Beleidskaders kunnen wel opgeheven worden (met inachtneming van de wettelijke bepalingen).
Het beleidsplan ruimte heeft veel meer vrijheden dan de structuurplannen waarbij de vorm en inhoud sterk was afgebakend.
Het beleidsplan ruimte (strategische visie/beleidskaders) heeft geen verordende kracht.
Net zoals bij de structuurplannen mogen RUP’s (maar ook verordeningen, voorkeurs- en projectbesluiten) niet afwijken van de beleidskaders.
Ook bij aanvragen van vergunningen voor eigen projecten mag de betreffende overheid (dus ook gemeenteraad, het college van burgemeester en schepen en de instelling die hieronder ressorteren) niet afwijken van deze beleidskaders.
Procedure opmaak beleidsplan ruimte
De procedure voor de opmaak van het Ruimtelijk Beleidsplan is vrij gelijkaardig als deze voor de opmaak van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Er zal echter meer vooronderzoek nodig zijn, en bij opmaak van de strategische visie is mogelijks ook de opmaak van een planMER nodig wat de procedure zwaarder, langer maar ook minder voorspelbaar zal maken.
Net zoals bij RUP’s wordt ook hier veel aandacht geschonken aan inspraak en participatie van de bevolking.
Voor een meer gedetailleerd overzicht verwijzen we naar het stroomschema in bijlage.
Grosso modo zijn de volgende stappen te volgen:
(Juridische) achtergrondinformatie
De juridische bepalingen omtrent de beleidsplannen ruimte zijn terug te vinden in meerdere decreten en/of uitvoeringsbesluiten:
Op de pagina “https://omgeving.vlaanderen.be/lokale-ruimtelijke-beleidsplanning” geeft de Vlaamse Overheid nog bijkomende informatie over lokale ruimtelijke beleidsplanning.
Gelet op de VCRO, in bijzonder artikel 2.1.1. t.e.m. artikel 2.1.4 en artikel 2.1.11. tot en met artikel 2.1.13;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning;
een "Gemeentelijk Beleidsplan Ruimte" voor Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht te laten opmaken in navolging van art. 2.1.11 van de VCRO.
het college de opdracht te geven de nodige maatregelen te treffen voor de opmaak en de vaststelling van het Gemeentelijk Beleidsplan Ruimte.