De aanvraag tot een omgevingsvergunning voorzag in het bouwen van 51 kmo-units met bijhorende private wegenis, aansluiting op het bestaande wegennet, en de aanleg van een bufferzone die uitmondt in een landschapspark met bufferbekkens. Voor de realisatie van het kmo-park wordt voor hulpdiensten ook een tweede toegang over de terreinen van Milcobel voorzien. Hiervoor dienen twee knotwilgen gerooid te worden. Daarnaast wordt voor de ontsluiting op de Fabriekstraat voor het kmo-gericht verkeer een aanpassing op het openbaar domein gevraagd.
Het openbaar onderzoek gaf aanleiding tot 37 bezwaren, waarvan duidelijk werd dat heel wat Kallonaars zich ernstige vragen stelden bij dit project. Op verschillende gemeenteraden in Beveren, voor de fusie, werden door diverse oppositiepartijen eveneens kritische vragen gesteld.
Na de goedkeuring door het schepencollege op 13/05/2024 werd er beroep aangetekend bij de provincie door a) de Vlaamse overheid, meer bepaald door het Departement Omgeving en b) omwonenden.
In haar zitting van 27/03/2025 weigerde het provinciebestuur Oost-Vlaanderen de aanvraag tot omgevingsvergunning voor een KMO-zone in het centrum van Kallo. Ze volgde daarmee het ongunstig advies van de Provinciale Omgevingsvergunningscommissie. Die was bijzonder kritisch.
De commissie adviseert ONGUNSTIG om volgende redenen:
- Vermits het aanvraagdossier geen duidelijkheid biedt over de invulling van de kmo-units, kan er geen concrete beoordeling ten gronde gemaakt worden.
- De mobiliteitsstudie is te beperkt om de verkeersituatie juist in te schatten.
- De watertoets wordt vooralsnog niet doorstaan.
- Er is geen eigenlijke buffering tussen de site en de woningen.
- Er is nog onvoldoende termijn om eventuele bijkomende aangeleverde stukken nog ten gronde te beoordelen.
We mogen, op basis van bovenstaande, stellen dat het voormalig gemeentebestuur van Beveren slordig te werk bij de verlening van de vergunning. Meteen ook de reden waarom de Vlaamse overheid, departement Omgeving, in beroep ging. Zo had de gemeente advies moeten vragen bij het Vlaamse departement Mobiliteit en Openbare Werken en bij de Provinciale omgevingsvergunningscommissie, voert het departement aan (zo lezen we op pagina 24). Dat gebeurde niet. Na het openbaar onderzoek werd bovendien de projectinhoud nog gewijzigd, wat onwettelijk is (eveneens te lezen op pagina 24).
De beroepsindieners kregen ook op andere punten gelijk. Zo stelde de provincie vast dat er onvoldoende werd bestudeerd wat de impact van het project op het verzadigde kruispunt met de E34 is. Er werd ook geen buffer voorzien tussen de bedrijfsgebouwen en de achtertuintjes van de huizen aan de Fabriekstraat. Tot slot kon projectontwikkelaar Zabra niet vertellen welk soort bedrijven er zal worden gevestigd in de 51 gebouwen, wat een beoordeling ten gronde onmogelijk maakt, vond de provincie (te lezen op pagina 60).
Al die argumenten hebben wij en andere bewoners ook aangekaart in het openbaar onderzoek van de gemeente, maar de gemeente heeft deze argumenten allemaal ongegrond verklaard.
Als reactie liet schepen van ruimtelijke ordening Boudewijn Vlegels weten: “We gaan in dialoog met de projectontwikkelaar”.
Hierbij wenst onze fractie volgende vragen te stellen:
huishoudelijk reglement gemeenteraad
het verzoek van Groen&Co met betrekking tot 'KMO-zone Kallo' te behandelen.