Terug
Gepubliceerd op 05/05/2025

2025_GR_00199 - Kader voor organisatiebeheersing gemeente & OCMW Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht - Goedkeuring

Gemeenteraad
di 29/04/2025 - 19:30 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Victor Catry, voorzitter Gemeenteraad - raadslid; Marc Van de Vijver, burgemeester; Katrien Claus, schepen; Boudewijn Vlegels, schepen; Inge Brocken, schepen; Lien Van Dooren, schepen; Stijn De Munck, raadslid; Laura Staut, schepen; Jeroen Verhulst, schepen; Koen Maes, raadslid; Bram Massar, raadslid; Leentje Van Laere, raadslid; Hilde Maes, raadslid; Dries Van Wouwe, raadslid; Walter Van de Vyver, raadslid; Kris Smet, schepen; Anke Heyrman, schepen; Koen Maris, raadslid; Filip Vercauteren, raadslid; Bert Roosens, raadslid; Dimitri Van Laere, schepen; Danny Van Hove, schepen; Antoine Denert, raadslid; Ronny Hiel, raadslid; Els Eeckhaoudt, raadslid; Marleen Van Hauteghem, raadslid; Jan Van de Perre, raadslid; Bert Verbraeken, raadslid; Tom Roskam, raadslid; Berlinda De Cleen, raadslid; Rudi Hendrikx, raadslid; Jos Stassen, raadslid; Veerle Beernaert, raadslid; Tina Van Havere, raadslid; Denise Melis-De Lamper, raadslid; Nadia Othman, raadslid; Ayoubi Benali, raadslid; Pieter-Jan Certyn, raadslid; Steven Vervaet, raadslid; Ziggy De Koster, raadslid; Jamie Kerremans, raadslid; Katleen De Schepper; Jo Van Duyse, algemeen directeur

Verontschuldigd

Ingeborg De Meulemeester

Secretaris

Jo Van Duyse, algemeen directeur

Voorzitter

Victor Catry, voorzitter Gemeenteraad - raadslid
2025_GR_00199 - Kader voor organisatiebeheersing gemeente & OCMW Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht - Goedkeuring 2025_GR_00199 - Kader voor organisatiebeheersing gemeente & OCMW Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht - Goedkeuring

Motivering

Inhoudelijke toelichting

Organisaties worden vandaag de dag meer geconfronteerd met een behoefte aan professionalisering, de noodzaak tot optimaliseren van hun interne werking en dienstverlening voor hun klanten. 

Hier zijn meerdere redenen voor: 

  • Klanten worden mondiger en veeleisender; ze verwachten een beter en snellere dienstverlening die beantwoordt aan hun wensen en behoeften; 
  • Organisaties zijn steeds meer onderworpen aan uiteenlopende en complexe regelgeving die hen dwingt professioneel en kwaliteitsvol te werken; 
  • De financiële realiteit zet organisaties aan om bewuster om te springen met de middelen en daarom steeds efficiënter en effectiever te gaan werken; 
  • Organisaties worden geconfronteerd met toenemende druk van de eigen werknemers om professioneel te werken en aandacht te schenken aan hun motivatie, betrokkenheid, kennis, vaardigheden en tevredenheid; 
  • Er is een algemeen maatschappelijke vraag naar duurzame ontwikkeling waardoor organisaties niet alleen rekening moeten houden met de economische aspecten van hun werking maar ook actief moeten nadenken over hun maatschappelijke rol en verantwoordelijkheden die daaruit voortvloeien. Die situeren zich op het vlak van milieubeheer, veiligheid en gezondheid van werknemers en integriteitsbeleid. Dit vraagt ook aandacht voor deontologie en ethisch handelen;
  • Organisaties voelen vanuit zichzelf de noodzaak om hun werking en dienstverlening grondig en permanent te blijven verbeteren. 

Essentieel element op weg naar professionalisering is het beschikken over de nodige dosis kritische zelfreflectie. Organisaties moeten geregeld de tijd nemen om op een kritische manier de interne en externe signalen te kunnen plaatsen en verwerken. 

Organisaties moeten kunnen stilstaan bij en leren uit: 

  • De manier waarop de dienstverlening geleverd wordt; 
  • De manier waarop de interne werking georganiseerd wordt; 
  • De behaalde resultaten. 

Het decreet Lokaal Bestuur definieert organisatiebeheersing als het geheel van maatregelen en procedures om een redelijke zekerheid te verschaffen dat de organisatie: 

  • De vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico’s om deze te bereiken kent en beheerst; 
  • De wetgeving en procedures naleeft; 
  • Over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt; 
  • Effectief en efficiënt werkt en de beschikbare middelen economisch inzet; 
  • De activa beschermt en fraude voorkomt.

Artikel 219 decreet lokaal bestuur stelt dat het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam. 

Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. 

Motivering

Zowel het politieke bestuur als het ambtelijke management streven naar performante, daadkrachtige overheidsorganisaties. Een goed werkend systeem van organisatiebeheersing is hierbij een kritische succesfactor en maakt het mogelijk dat een overheidsorganisatie excelleert op vier vooropgestelde doelstellingen: 

  • Effectiviteit: de juiste dingen doen; 
  • Efficiëntie: de dingen juist doen;
  • Integriteit: handelen volgens vooropgestelde waarden en normen; 
  • Kwaliteit: voldoen aan verwachtingen van belanghebbenden en streven naar voortdurende verbetering.

1. Elementen van organisatiebeheersing 

Beheersen wil zeggen: sturing geven en onder controle hebben. Deze beheersing situeert zich zowel op het globale niveau van de organisatie, als op dienstniveau en op procesniveau. 

Samengevat komt een goede organisatiebeheersing neer op: 

  • Strategie en doelstellingen bepalen: de organisatie weet waar het naar toe wil; 
  • Risico’s herkennen en benoemen: de organisatie weet of beseft wat de hinderpalen daarbij zijn; 
  • Maatregelen nemen: de organisatie neemt acties om de hinderpalen te beheersen; 
  • Evalueren: de organisatie evalueert periodiek de effecten van deze acties om indien nodig bij te sturen. 

Voor het lokaal bestuur Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht willen we een aantal elementen vooropstellen waaraan ons organisatiebeheerssysteem moet voldoen. 

Geïntegreerde Organisatiebeheersing maakt integraal deel uit van de bedrijfsvoering. Het is een dynamisch begrip dat mee evolueert met de manier waarop de bedrijfsuitvoering gebeurt. Het is daarom ook geïntegreerd met de organisatie en werking die de beleids- en beheerscyclus volgt en met de algemene kwaliteitszorg. Inhoudelijk volgen de principes van het organisatiebeheerssysteem de principes van behoorlijk bestuur en de waarden van de organisatie zoals ze opgenomen zijn in de visie-missie en de deontologische code. 

Gedeelde Organisatiebeheersing is een zaak van iedereen. Organisatiebeheersing is weliswaar de verantwoordelijkheid van het management, maar om te komen tot een goed werkend systeem moeten alle werknemers er de nodige aandacht en zorg aan besteden. Het is eigenlijk iets waar we allemaal elke dag mee bezig zijn in ons streven naar een zo goed mogelijke dienstverlening. 

Realistische Organisatiebeheersing biedt redelijke en geen absolute zekerheid. Organisatiebeheersing is geen doel op zich maar een proces van voortdurende verbetering waarbij de organisatie leert wat werkt en niet werkt.

Efficiënte Organisatiebeheersing: er moet steeds een afweging gemaakt worden tussen de kosten (lees: de inzet van middelen in de meest ruime zin) van elke beheersmaatregel en de baten of de meerwaarde ervan. 

2. Activiteiten van organisatiebeheersing

Begrip risico: risico’s zijn interne en externe factoren die de realisatie van de doelstellingen kunnen belemmeren en daardoor ook de kwaliteit van producten en dienstverlening kunnen beïnvloeden of bedreigen. Ook het niet of niet tijdig benutten van opportuniteiten is een risico. Interne of externe veranderingen kunnen bestaande risico’s veranderen of nieuwe risico’s doen ontstaan. 

Risico’s identificeren: om risico’s te identificeren moeten we de processen van de werking van een organisatie uiteenrafelen vanuit de basisvraag wat er kan mislopen waardoor het behalen van de doelstelling van de organisatie, het beoogd resultaat van het proces, beleidsdoelstelling, … kan belemmerd worden. Hiervoor moeten we de processtappen afbakenen, zowel chronologisch als vanuit de taakverdeling met focus op:

  1. kernprocessen (kerntaken, extern gerichte output) 
  2. managementprocessen (sturing van de organisatie) 
  3. ondersteunende processen (faciliteiten, input) 

Risico’s beoordelen: risico’s beoordelen is een inschatting maken van de impact van een risico: de mogelijke gevolgen en de ernst van deze gevolgen. Die gevolgen zijn verbonden aan de belangrijkheid die de processtap voor het resultaat van het proces heeft en van het belang van de doelstelling die wordt bedreigd. Daarnaast is er ook een inschatting nodig over de kans dat een risico zich voordoet. Dat hangt vooral samen met de frequentie van het doorlopen van het proces. Tot slot moeten we ook de samenhang met andere risico’s inschatten.

Risico’s beheersen: beheersmaatregelen zijn activiteiten die zich richten op het elimineren, vermijden of verkleinen van de oorzaak of het gevolg van een ongewenste gebeurtenis. Bij het ontwikkelen en toepassen van beheersmaatregelen moeten we eerst de processen met de grootste risico’s (impact, kans) aanpakken. 

Voorbeelden van beheersmaatregelen zijn uitgeschreven procedures, autorisatie en delegatieregeling, actuele functieomschrijvingen, vormingstrajecten, meetsystemen, aandacht voor waardengebonden competenties bij aanwerving, checklist volledigheid dossier, rapporteringslijnen, kennisdatabank, toegangsbeveiliging, …

Restrisico’s: Restrisico’s zijn risico's die niet met maatregelen kunnen worden weggenomen of verminderd worden. In dat geval moeten we kiezen tussen:

  • Aanvaarden 
  • Elimineren, beperken (extra maatregelen) 
  • Delen (back-up) 
  • Spreiden (decentralisatie) 
  • Overdragen (bv. verzekering) 
  • Vermijden (aanpassing procesverloop / procedure) 

De bestaande maatregelen voor organisatiebeheersing moeten geregeld geëvalueerd worden. Dat kan via monitoring en evaluatie door interne of externe audit, en via het klachtenmanagement. 

Monitoring en evaluatie 

Via bevraging, reflectie, zelfevaluatie is het mogelijk de eigen werking continu in vraag te stellen en bij te sturen. Hierbij kan ook inspiratie gehaald worden uit goede praktijken elders. 

Audit 

Een audit is een onpartijdig onderzoek dat uitmondt in een oordeel in welke mate een object overeenstemt met de daarvoor geldende norm. De keuze van het object, de norm en de mate van zekerheid worden bepaald door het doel van het onderzoek. 

In feite is het resultaat van een audit dus zekerheid: meten = weten. 

Interne audit is de audit die we zelf organiseren en die door eigen werknemers of door derden wordt uitgevoerd om na te gaan of de doelstellingen op de correcte manier behaald worden. 

Advies
Gunstig advies managementteam van 28 maart 2025.

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, art. 217 tot 220 
Aangaande de definitie van organisatiebeheersing, de bevoegdheid en rapportering. 


Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.
De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

het voorstel kader voor organisatiebeheersing gemeente & OCMW Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht goed te keuren.