Op basis van artikel 78, 10° DLB is de raad voor maatschappelijk welzijn in beginsel bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten. Indien de opdracht echter past binnen het begrip 'dagelijks bestuur', is het vast bureau bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van de overheidsdopdrachten.
Op basis van artikel 84§3,4 ° DLB is het vast bureau reeds bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.
Het vaststellen van wat onder het begrip “dagelijks bestuur” moet worden verstaan, is een bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Het is aangewezen om het begrip 'dagelijks bestuur' te definiëren op maat van de organisatie. Hierbij wordt rekening gehouden met de grootte van het bestuur, alsook met de nood om te voorzien in een invulling van het begrip die een voldoende soepele werking van de diensten toelaat, met het oog op een efficiënte dienstverlening, en dit op het vlak van:
- het voeren van overheidsopdrachten
- leningen en beleggingen
- visumplicht
Met 25 nee-stemmen (Wij Samen Sterk en N-VA) en 17 ja-stemmen ( raadslid Denert, Vlaams Belang, Groen & Co en Vooruit) wordt volgend amendement verworpen.
Amendement – RMW agendapunt 3 ‘Vaststellen begrip dagelijks bestuur en visumplicht – Goedkeuring’
We verwijzen naar de gemeenteraadsbesluiten rond vaststellen begrip dagelijks bestuur in de gemeenten Zwijndrecht en Beveren uit 2019. Een meerderheid van beide gemeenteraden ging toen akkoord met een maximaal bedrag vast te stellen rond dagelijks bestuur van 144.000 EUR. De verantwoording voor dit bedrag werd gemaakt op basis van de nieuwe wetgeving overheidsopdrachten uit juli 2017 met op dat moment nieuwe, hogere drempelbedragen.
We verwijzen naar de nieuwe drempelbedragen voor overheidsopdrachten voor 2024-2025, gepubliceerd door de Vlaamse overheid. Zie ook link website: https://www.vlaanderen.be/het-facilitair-bedrijf-overheidsopdrachten-en-raamcontracten/nieuws-van-overheidsopdrachten/nieuwe-drempelbedragen-overheidsopdrachten-voor-2024-2025.
We stellen uit deze informatie vast dat het nieuwe drempelbedrag bij de Vlaamse overheid ‘voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking’ is gewijzigd naar 143.000 euro.
We vragen de gemeenteraad om zich te aligneren met bovenstaand bedrag als drempelbedrag voor verrichtingen van dagelijks bestuur en de bevoegdheidsverdeling tussen het schepencollege en de gemeenteraad.
Ter stemming: het bedrag “500.000 EUR” in artikel 1 (tweemaal) van het gemeenteraadsbesluit, agendapunt 3, te wijzigen naar “143.000 EUR”.
de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur dd. 21 december 2017
Het begrip “dagelijks bestuur” voor opdrachten van werken, leveringen en diensten vast te stellen als volgt:
1) Opdrachten die boekhoudkundig behoren tot het exploitatiebudget, met uitzondering van de meerjarige contracten waarvan de kostprijs excl. btw over de totale looptijd het bedrag van 500.000 EUR overschrijdt;
2) Opdrachten die boekhoudkundig behoren tot het investeringsbudget, met uitzondering van de opdrachten waarvan de kostprijs excl. btw het bedrag van 500.000 EUR overschrijdt;
3) Opdrachten in gevallen van dringende spoed die voortvloeien uit niet te voorziene omstandigheden. In dat geval neemt de gemeenteraad tijdens de eerstvolgende vergadering akte van de beslissingen genomen door het college van burgemeester en schepenen;
4) Opdrachten die nominatief in het budget werden opgenomen, en voor dewelke de gemeenteraad het voeren van de plaatsingsprocedure delegeerde aan het college. Deze delegatie gebeurt jaarlijks bij afzonderlijk raadsbesluit;
5) Besluiten tot het toetreden tot een raamovereenkomst via een aankoopcentrale;
6) Besluiten tot het wijzigen van de plaatsingsprocedure in toepassing van artikel 38§1,2° wet overheidsopdrachten;
Het begrip “dagelijks bestuur” voor leningen en beleggingen vast te stellen als volgt:
het nemen van besluiten over leningen, waaronder het aangaan van leningen voor een periode langer dan 1 jaar, de herschikking van leningen over een kortere, gelijke of langere periode, en het nemen van besluiten over beleggingen, waaronder de belegging van kapitalen voor langer dan 1 jaar.
§1.De financieel directeur onderwerpt de voorgenomen financiële verbintenissen aan een onderzoek inzake wetmatigheid en regelmatigheid en dient voorafgaand visum te verlenen voor:
§2.Volgende verrichtingen worden uitgesloten van voorafgaande visumplicht:
• de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode tot maximum 1 jaar (totale duur in geval van opeenvolgende contracten wanneer dit dezelfde functie betreft);
• tewerkstellingen met toepassing van artikel 60, paragraaf 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ongeacht de looptijd van de tewerkstelling;
• tewerkstellingen ter uitvoering van andere werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden dan de werkgelegenheidsmaatregelen m.b.t. artikel 60, paragraaf 7, voor maximaal vier jaar, in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 1, van de voormelde wet, of in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 8, 9 of 13, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;
• de toelagen en vergoedingen die volgens de rechtspositieregeling toegewezen worden aan personeel;
• uitgaven m.b.t. het recht op maatschappelijke integratie die beslist worden door het bijzonder comité sociale dienst
Om te bepalen of een voorgenomen financiële verbintenis binnen de perken van de uitsluiting valt, moet het totaal van de uitgaven voor de volledige looptijd van de verbintenis in rekening worden gebracht.