In de drie fuserende besturen zijn tot einde 2024 verschillende tarieven van toepassing. Gemeente Beveren heft 882 opcentiemen op de onroerende voorheffing, gemeente Kruibeke 1228 opcentiemen en gemeente Zwijndrecht werkt sinds 2021 met een gedifferentieerd tarief nl. 913 voor de gewone onroerende goederen en 950 opcentiemen voor ‘nijverheid’ en ‘materieel en outillage’.
Het nieuwe bestuur moet met ingang van 1 januari 2025 de nieuwe opcentiemen onroerende voorheffing vaststellen (OOV) voor de fusiegemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht. Deze beslissing moet uiterlijk 31 januari 2025 genomen worden.
Sinds aanslagjaar 2019 kunnen de gemeenten ervoor kiezen om binnen hun grondgebied de gemeentelijke opcentiemen te differentiëren in plaats van één tarief te hanteren. Hiermee kunnen ze het bedrag van de onroerende voorheffing laten variëren bv. volgens categorie belastingplichtige (bv. bedrijven en particulieren).
Het is wenselijk en noodzakelijk om voor de nieuwe fusiegemeente in deze sterk uiteenlopende tarieven de gulden middenweg te vinden en de techniek van de differentiatie maakt het mogelijk om de tariefzetting te verfijnen. Het tarief van Kruibeke veralgemeend toepassen zou neerkomen op een sterke belastingverhoging in zowel Beveren als Zwijndrecht en dat is niet de intentie van de nieuwe bestuursploeg. Integendeel, door gebruik te maken van de techniek van differentiatie, waarbij de door Zwijndrecht gehanteerde tarieven ter inspiratie hebben gediend, komen we tot een gevoelige vermindering van de belastingdruk.
Gezien de vele ambities, plannen en investeringen voor de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht ziet de nieuwe beleidsploeg zich genoodzaakt de beleidskeuze te maken om het bedrag van de onroerende voorheffing te laten variëren volgens categorie belastingplichtige. De categorie nijverheidsbedrijven hoger belasten is te verantwoorden omwille van de specifieke kosten die deze categorie voor de gemeente met zich meebrengt zoals extra uitgaven voor de hulpverleningszone, noodplanning, politie, mobiliteit, wegenis, milieudienst, … etc. Daarnaast werd ook de compensatie voor de gederfde opcentiemen materieel en outillage al enige tijd stopgezet.
De differentiatie van de opcentiemen op de onroerende voorheffing is nodig om de meerjarenplanning van de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht financieel in evenwicht te krijgen.
De gemeenteraad heeft het dan ook nuttig geoordeeld het door dit reglement beoogde systeem van gedifferentieerde opcentiemen op de onroerende voorheffing in te voeren teneinde zich aanvullende inkomsten te verschaffen ter financiering van de uitgaven van algemeen nut waaraan de nieuwe gemeente het hoofd dient te bieden.
Het procentueel aandeel nijverheid in de nieuwe gemeente bedraagt ongeveer 52%, het procentueel aandeel andere dan nijverheid bedraagt ongeveer 48%.
Het tarief voor het gewone KI (andere dan nijverheid, codes 1 (F,K,L,P) en 2 (F,K,L,P)) wordt vastgesteld op 882 opcentiemen.
Het differentiatiecriterium is eenduidig en betreft de als industrie gebouwde en ongebouwde kadastrale inkomens inclusief materieel en outillage. Voor het KI Nijverheid en materiaal en outillage (codes 3 (F,K,L,P), 4 (F,K,L,P), 5 (F,K,L,P) en 6 (F,K,L,P)) wordt het tarief bepaald op 1.000 opcentiemen.
Het kadastraal inkomen op “industrie” omvat niet de kleine handelaars, landbouwers en gewone zelfstandigen in hoofd- of bijberoep. Voor hen geldt het tarief van 882 opcentiemen.
De onroerende voorheffing wordt door de Vlaamse Belastingdienst geïnd. De inkohiering, vaststelling en inning kan plaatsvinden via een sterk geautomatiseerd proces. Ook het aandeel van de gemeentelijke opcentiemen wordt via deze weg mee geïnd en de geïnde bedragen worden (via een voorschottensysteem) doorgestort aan de gemeente (waardoor de doorstortingen voor 95% zeker zijn qua bedrag en timing). Ook bezwaren worden door de Vlaamse Belastingdienst behandeld.
Kortom, het systeem van gedifferentieerde opcentiemen onroerende voorheffing is eenvoudig gezien het zonder aangifte werkt en minder administratieve last meebrengt voor zowel de bedrijven als de gemeentelijke administratie.
De beoogde differentiatie zal, na vaststelling van dit reglement, 118 opcentiemen bedragen, waardoor het tarief voor de kadastrale inkomens nijverheid en materieel en outillage 1.000 opcentiemen zal bedragen. De andere kadastrale inkomens worden belast aan 882 gemeentelijke opcentiemen.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente.
De Grondwet, meer bepaald artikelen 41, 162 en 170, § 4;
Het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 10 april 1992, meer bepaald artikelen 298 en 464/1, 1°;
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Het Decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit, meer bepaald artikelen 2.1.4.0.2 en 3.1.0.0.4;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 § 3 en 41,14,inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingreglementen te wijzigen, vast te stellen en goed te keuren;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 286, 287, 288, inzake de bekendmaking en de inwerkingtreding van het belastingreglement;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de belastingreglementen;
Het Besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit, meer bepaald artikel 3.1.0.0.6;
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones;
Omzendbrief BB 2008/7 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De Omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019;
De gemeenteraadsbeslissing van 17 november 2019 van de gemeente Beveren betreffende de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025;
De gemeenteraadsbeslissing van 27 augustus 2020 van de gemeente Zwijndrecht betreffende de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025;
De gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2023 van de gemeente Kruibeke betreffende de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2024;
Het positief advies van de Vlaamse belastingdienst van 6 december 2024 inzake de technische uitvoerbaarheid differentiatie opcentiemen onroerende voorheffing.
Voor de aanslagjaren 2025 tot en met 2031 wordt ten behoeve van de gemeente opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd als volgt:
· 882 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing op de gewone gebouwde en ongebouwde belastbare kadastrale inkomens (codes 1 (F,K,L,P) en 2 (F,K,L,P))
· 1.000 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing op de gebouwde en ongebouwde belastbare kadastrale inkomens nijverheid en materieel en outillage (codes 3 (F,K,L,P), 4 (F,K,L,P), 5 (F,K,L,P) en 6 (F,K,L,P)).
De vestiging en inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
In afwijking van art. 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur treedt dit reglement in werking op 28 januari 2025.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
Het reglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 § 1 en 287 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
Het belastingreglement betreffende de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025, goedgekeurd door de gemeenteraad van Beveren op 17 december 2019, wordt opgeheven met ingang vanaf aanslagjaar 2025.
Het belastingreglement betreffende de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025, goedgekeurd door de gemeenteraad van Zwijndrecht op 27 augustus 2020, wordt opgeheven met ingang vanaf aanslagjaar 2025.