2023_GR_00362 - Politieverordening brandveiligheid publiek toegankelijke inrichtingen - Goedkeuring

1. Inkaderstelling

In de fase van de pre-brandweerzone was er sterke druk van een aantal brandweerposten om een modelreglement te maken voor de publiek toegankelijke inrichtingen (verder PTI's genoemd). In een aantal gemeenten was er reeds een verordening gestoeld op een model dat in 2008 door de provincie Oost-Vlaanderen werd aangereikt. In dit reglement wordt echter enkel rekening gehouden met de inrichtingen met een bezetting vanaf 50 personen (de grotere dus). Om zo snel mogelijk tegemoet te komen aan de noden, werd toen geopteerd om te vertrekken van dat model dat al ingevoerd was in een aantal gemeenten mits updating. Het resultaat was een zonaal reglement brandveiligheid publiek toegankelijke inrichtingen voor de grotere exploitaties: Dit reglement werd in de periode 2014-2015 door alle 7 gemeenten ingevoerd.

2. Waarom een nieuw reglement?

De huidige aanpak komt er omdat:

1. er nood is aan een juridisch kader voor de “kleinere PTI ’s” (nl. deze met een maximale capaciteit van 49 personen);

2. de regels voor de inrichtingen met een capaciteit van 50 personen of meer niet 1 op 1 kunnen toegepast worden op de kleinere inrichtingen (overshooting);

3. er interpretatieverschillen zijn bij de preventionisten die dossiers behandelen: hoe kleinere inrichtingen benaderen? Een gelijke behandeling en benadering voor heel de zone dringt zich op;

4. voor de inrichtingen met een maximale capaciteit van 50 personen of meer dienen de ervaringen van de voorbije jaren geïmplementeerd op het reglement en wordt er rekening gehouden met gewijzigde inzichten en/of regelgeving. Voor wat de grote PTI's betreft, verandert er inhoudelijk weinig: er wordt enkel rekening gehouden met gewijzigde regelgeving, schoonheidsfoutjes zijn weggewerkt en de volgorde van de artikels werd logischer opgebouwd.

3. Hoe is dit reglement opgevat?

Dit reglement werd opgebouwd naar analogie met andere brandpreventiewetgeving zoals bv. de basisnormen brandpreventie. Dit impliceert dat er gewerkt wordt met een verordening (een algemeen deel) met daarbij volgende bijlagen:

- Bijlage 1: minimumnormen voor publiek toegankelijke inrichtingen met een capaciteit van maximaal 49 personen (de kleinere inrichtingen).

- Bijlage 2: minimumnormen voor publiek toegankelijke inrichtingen met een maximale capaciteit van 50 personen of meer (de grote).

4. Een verschillende benadering tussen "kleine" en "grote" PTI's dringt zich op.

Enkel PTI's met een maximale capaciteit van 50 personen of meer moeten een brandveiligheidsattest aanvragen en krijgen. Het is niet (meer) de bedoeling om de inrichtingen met een capaciteit <50 personen nog systematisch te controleren. Deze laatsten behoeven dan ook GEEN brandveiligheidsattest. Het spreekt echter voor zich dat ze wel moeten voldoen aan de voorwaarden die zijn voorzien voor hun categorie. Hiervoor werden de maatregelen in deze categorie eenvoudig gehouden én hangen de maatregelen er deels af van het type-risico.

Een dergelijke benadering zorgt ervoor dat:

• maatregelen in verhouding staan tot de aanwezige risico’s; zo zal een frituur met bovenliggend nachtverblijf strengere maatregelen moeten nemen dan bv een café zonder bovenliggend nachtverblijf

• dit een stap is in het meer zelfredzaam omgaan met maatregelen (de hulpverleningszone met niet alles controleren)

De grote PTI's moeten wel een attest krijgen, de maatregelen zijn er prescriptief en complexer. In die zin dient er hier wel een controle door de brandweer te gebeuren.

5. Een aangepaste klantvriendelijke communicatie is een must: het communicatietraject

Bij goedkeuring van dit nieuwe model dient er ingezet te worden op een intensief communicatietraject. Zo zullen onder meer:

• de gemeentelijke en partnerdiensten die betrokken zijn bij de inrichting en regulering van een kleinere PTI, op een goede manier geïnformeerd worden over deze nieuwe manier van werken.. Door een korte communicatielijn op te zetten betrekken we hen als partners die mee waken over de veiligheid van hun gemeente. Dit gaat over diensten zoals politie, noodplanning, stedenbouw, economie, evenementen, horecacoaches en de centrummanagers;

• de externe partners zoals bouwheren, architecten e.d. op de hoogte brengen van deze nieuwe manier van werken;

• de uitbaters van een kleine publiek toegankelijke inrichting en/of hun architect op een kwalitatieve manier op afstand begeleiden in het brandveilig maken van hun inrichting d.m.v. doorgedreven digitale communicatietools.

Nota juridische dienst

Alle politieverordeningen met blijvend karakter worden in Beveren ingepast in de Algemene Politieverordening. Ook deze politieverordening samen met bijlage 1 en 2 (die de minimumvoorschriften voor de PTI's bepalen en bijgevolg ook een verordenend karakter hebben) worden in deze Algemene Politieverordening ingepast.

- Wet van 15/05/2007 en latere wijzigingen betreffende de civiele veiligheid

- Wet van 30/07/1979 en latere wijzigingen betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen,  in het bijzonder artikel 4 en artikel 5

- Gecoördineerde Wet van 24/06/1988 en latere wijzigingen op het nieuwe gemeentedecreet inzonderheid artikel 135 § 2 5°

- KB van 19/12/2014 op de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones