Het Bestuursakkoord 2019-2024 bevat het speerpunt "Gezondheidszorg: investeren in toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg". Dit omvat: "De komende periode wil het bestuur een onderzoek doen naar de oprichting van een wijkgezondheidscentrum. Een wijkgezondheidscentrum - ook medisch huis genoemd - is een groepspraktijk waar je een beroep kan doen op verschillende zorgverleners: huisartsen, kinesisten, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, diëtisten., ... De samenstelling van het team kan verschillen per wijkgezondheidscentrum. De wijkgezondheidscentra streven naar een hoge toegankelijkheid door de financiële drempel weg te halen en verschillende disciplines samen te brengen. "
Een wijkgezondheidscentrum (WGC) verkleint de sociale gezondheidsongelijkheid bij inwoners.
De kwaliteit van de wijkgezondheidscentra werd onderzocht in 2 studies:
Het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE) maakte een vergelijking tussen het forfaitair systeem en de prestatie financiering inzake kost en kwaliteit. Het IMA actualiseerde deze oefening op basis van de data van alle ziekenfondsen, en onderzocht bovendien de verschillen tussen de wijkgezondheidscentra onderling. Het IMA analyseerde daartoe twee steekproeven van telkens 50.000 patiënten met dezelfde eigenschappen (leeftijd, geslacht, socio-economisch profiel,…). De eerste groep werd verzorgd in het forfaitaire systeem en de tweede groep in de prestatiefinanciering.
Belangrijke vaststellingen
Uit de gegevens blijkt dat de mensen die ingeschreven zijn in een wijkgezondheidscentrum over het algemeen jonger en meer kwetsbaar zijn op socio-economisch vlak dan de gehele Belgische bevolking.
De wijkgezondheidscentra en de prestatiefinanciering kosten de ziekteverzekering evenveel. De wijkgezondheidscentra kosten meer in de eerste lijn (huisartsgeneeskunde, kinesitherapie en verpleegkundige verzorging), maar minder in de tweede lijn(ziekenhuizen, woonzorgcentra, geneesmiddelen,…).
De patiënt zelf is goedkoper af bij een wijkgezondheidscentrum. De patiënt betaalt geen remgeld en gezien hij minder beroep doet op de tweede lijn moet hij daarvoor ook minder uit eigen zak betalen.
De wijkgezondscentra scoren voor een aantal onderzochte kwaliteitsindicatoren beter dan de prestatiefinanciering. De dekkingsgraad voor griepvaccinatie bij ouderen en voor borstkanker- en baarmoederhalskankerscreening bij vrouwen ligt zo hoger. Artsen schrijven ook zowel minder als betere antibiotica voor, en nemen vaker hun toevlucht tot goedkope varianten van geneesmiddelen. Diabetici worden beter opgevolgd. Dit neemt niet weg dat er nog ruimte is voor verbetering rekening houdend met nationale en internationale aanbevelingen.
De IMA-studie bevestigt dat de wijkgezondheidscentra meer toegankelijk zijn voor patiënten met een kwetsbaar profiel.
Het Sociaal Huis vraagt de gemeenteraad i.k.v. de oprichting van een wijkgezondheidscentrum (WGC) nu de goedkeuring voor:
Het Sociaal Huis van Beveren vraagt akkoord om het bedrag van de renteloze lening bij de eerstvolgende budgetwijziging op te trekken naar 177 221 EUR. De gemeente Zwijndrecht zal, naast de investering van hun subsidie voor armoedebestrijding (37 525,63 EUR), ook een bankwaarborg of een renteloze lening voor hun aandeel voorstellen aan de OCMW raad van Zwijndrecht in december 2020.
6. het Vast Bureau aan te stellen voor de verdere uitvoering.
23 APRIL 2013. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen
Decreet van 19 juni 2020 tot het nemen van dringende maatregelen m.b.t. de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en de lokale besturen, en m.b.t. de armoedebestrijding n.a.v. de COVID-19 pandemie
de oprichting van een VZW Wijkgezondheidscentrum Beveren-Zwijndrecht goed te keuren.
het voorgelegde ontwerp van de statuten goed te keuren.
het voorgelegde project- en financieel plan van de geplande VZW goed te keuren.
de subsidie voor armoedebestrijding t.b.v. 91 339,61 EUR voor het wijkgezondheidscentrum te bestemmen.
het bedrag van de renteloze lening bij de eerstvolgende budgetwijziging op te trekken naar 177 440 EUR.
het Vast Bureau te belasten met de opdrachten die hieruit voortvloeien.